Dagboek: belevenissen van Frank op weg naar Compostela
Klik op een datum om zijn verhaal te lezen
22 MAART 2003: BREUGHELAVOND 30 MAART 2003: VERTREK | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Maandag
31 maart 2003: Gent - Oudenaarde
Dinsdag 1 april 2003: Oudenaarde - Doornik
Woensdag 2 april 2003: Doornik – Anzin
Donderdag 3 april 2003: Anzin – Cambrai
Vrijdag 4 april 2003: Cambrai - Saint-Quentin
Aha,vandaag
komt Marieken ! Ze brengt mijn andere stapschoenen die ik zonder veel
problemen uittestte op mijn check-up-wandeling naar Dinant in de maand
oktober van vorig jaar. En....'t zijn er uit den ALDI en verdomde goeie
! Met mijn echte Meindl-bergschoenen raken mijn voeten meer verhit en
doortrapt. Met ALDI niet ! Vandaag liep ik de hele dag op TEVA-Spider
wandelsandalen zonder veel ongemak. 't Is fris aan de de tenen en lekker
mee-verend wat het doorgetrapt gevoel enigszins vermindert. Wel moet ik
regelmatig van kousen veranderen. Dus na een goede nachtrust (te danken aan dat kleine flesje zeker ?) en een eenvoudig ontbijt om 8.00 uur de baan weer op. Een prachtige dag. De zon schijnt volop en de harde noorderwind van de laatste twee dagen heeft duidelijk gekozen voor een adempauze. De leeuweriken zijn de lucht niet uit. Wat was het lang geleden dat ik hun gezang nog kon horen. Het maakte mij stil en deed me denken aan vroeger. Niet alleen aan die leeuweriken, maar aan zwaluwen, versgebeerde velden, lange rijen net opschietende gewassen, de bomen die stilaan hun knoppen ontluiken,.... |
|
Nadat
ik de drukken N.44 had verlaten, stap ik richting Marcoing. Op de
stafkaart staat "Montagne Blanche" ! Mijn eerste berg ??
Nochtans zie ik in het zachtglooiende landschap geen berg opdoemen. Na
enkele kilometers lost het probleem zich op. Montagne Blanche is een uit
de kluiten gewassen witte fabriek aan de oever van de Schelde. Echt een
berg van een fabriek. Wat ze er doen ? Geen flauw idee. En ik hoef het
zelf niet te weten. Ik ben hier niet voor fabrieken. Nog enkele
kilometers verder loop ik langs de Schelde, en in Marcoing steek ik die
ooit machtige rivier van in Antwerpen over. De Meerse Molenbeek lijkt er hiertegen wel een zeestroom. |
|
Villers-Plouich
(spreek uit : vielersploeïsch , een mens leert hier een mondje Frans
zulle !) gepasseerd en ik krijg een telefoontje van Marieken met de
vraag waar ik mij bevind. Coördinaten doorgegeven en een half uurtje
later komt ze toeterend achter mij aangereden. Zonder enige schaamte (er
zitten dan al een goede 15 km op) stap ik de wagen in. Aan het Hotel de
Ville van Gouzeaucourt stoppen we en eten we van versgebakken sandwiches
(van François) en ei (van schoonmoeder's kiekens) en préparé (van
Kris den bienhoaver) en een goeie kop verse Vlaamse thermoskoffie met
echte Tiense klontjes suiker. Een ware verademing na 4 dagen Frans brood
met gelei. Daarna gaan de luxe-artikelen uit de rugzak : het kompas (ik orienteer mij nu op de zon die 's morgens steeds mijn linkerzijde koestert), de bergschoenen, de thermafrost, de speelkaarten van Johan, een fluoriserende armband (wie stapt nu 's nachts ?), een pak Esbit-aanmaakblokjes, de muggenmelk (want die zijn er nog niet!), die vervelende poncho, en nog wat spul. De rugzak is meteen enkele kilootjes lichter en dat scheelt een slok op de borrel. (Gino, had ik het geweten dan had ik je flesje wel meegenomen. Tegen Marieken zeggen dat ze het meebrengt bij een volgend bezoek !) Dan maar samen naar Saint Quentin gereden en de JHB opgezocht. Een zeer vriendelijke madame Petit. Mooi en proper en niet duur : 7 EUR. En morgen eet ik de overschot van de sandwiches op, met préparé en kip-curry ! Tot één van de komende dagen. Ultreia Frank |
Zaterdag 5 april 2003: Saint-Quentin – Chauny
Zondag 6 april 2003: Chauny - Compiègne
Maandag 7 april 2003: Compiègne: rustdag
Na
8 dagen stappen en zo'n 270 km verder, ben ik wel echt aan een rustdag
toe. Compiègne is dan ook een stadje om wat in de flaneren. Alhoewel
het opnieuw zonnig, maar koud is. Ik bezoek het Château de Compiègne,
het Haras National (= koninklijke paardenstallen), Les Remparts (=
tuin), en de toren van Jeanne d'Arc. 's Morgens ben ik wel eerst naar de Sint-Jacobskerk geweest om het stempeltje. En daarna heb ik de stad rondgedweild op zoek naar een slaapplaats voor vannacht. Bij de burgemeester geen geluk, ook niet bij het toeristenbureau, ook niet bij het OCMW, ook niet bij de Foyer des Jeunes Travailleurs. Alles is compleet bezet. Geen bed meer vrij. Als alternatief was er de mogelijkheid om met het openbaar vervoer tot in Creil te rijden en daar de jeugdherberg op te zoeken. Maar dit doe ik niet. Een goedkope kamer, boven een Chinees restaurant, brengt enig soelaas. Maar kost mij wel 15 EURO. Toch goedkoop als je weet dat ik in Cambrai er 16 betaalde in de jeugdherberg, voor minder comfort. Morgen naar Creil wandelen ! En ik ga er zeer vroeg tegenaan. De meteo voor de komende week is goed : zonnig en fris. En...éénmaal in Creil ben ik op twee dagen van Parijs ! Wie had dat ooit gedacht ? De groeten. Frank |
Dinsdag 8 april 2003: Compiègne - Creil
Woensdag 9 april 2003: Creil - Sarcelles
Donderdag 10 april 2003: Sarcelles - Parijs
Aja...gisteren
bij het binnenstappen van Sarcelles, zag ik in de verte de Eifeltoren.
Mijn eerste grote overwonnen stad lag letterlijk aan mijn voeten. Door de extra-inspanning van gisteren, was het vandaag eigenlijk maar een korte etappe, slechts 20 km. Kort na de middag was ik dus reeds in het centrum van Parijs. Een wandelkaart kopen was geen overbodige luxe. De "Place de la Republique" met haar eindeloze toekomende straten heeft me heel wat tijd gekost. |
|
Maar dan toch eindelijk de
Jeugdherberg Jules Ferry gevonden. (Marieken, die man wist nog dat jij
gisteren probeerde te reserveren !!) Maar er was nog plaats genoeg. Op
een kamer van vier. 'k Zal zien wat dat wordt ?!
Foto: 78-jarige Spaanse dame, op rondreis door Frankrijk met haar kleindochter. Genomen in jeugdherberg Jules Ferry. |
|
Normaal had ik om mijn stempeltje moeten gaan naar de Sacré Cœur, maar ik had geen goesting om in de namiddag terug te keren naar het noorden. Ik heb nu twee stempels: ééntje van de kerk van Saint-Laurent, en ééntje van de kathedraal van Notre-Dame-de-Paris ! | |
Maar als ik op de
"Petit Pont" naar de cité sta, hoor ik ineens Nederlands
klappen. Spontaan roep ik : "Dat doet deugd nog eens Nederlands te
horen !" Die mensen draaien zich om en ....'t zijn d'er begot van
Mere, uit de Sint-Bavoweg !!! Sorry bezoekers vanop de Petit Pont, maar
ik weet hoe jullie noemen, maar de naam ontsnapt mij. (Foto volgt ook
later !!). Het was dus de familie De Pauw!Met andere woorden....de Merenaars zijn dus echt wereldburgers en komen
elkaar overal tegen !!! foto: familie De Pauw aan de achterzijde van de Nôtre-Dame te Parijs. |
|
De namiddag heb ik opgevuld met in de straten van Parijs te flaneren,
maar ik moet wel zeggen dat ik me toen wel echt eenzaam voelde. Die
wriemelende massa wandelaars, die eindeloze ketting auto's,
vrachtwagens, bussen, taxi's, en.....wilde brommerkens ! Niet te geloven
wat deze laatste groep allemaal doet om de vorige groepen te vermijden.
Waaghalzerij ten top !
Morgen wil ik zo rap mogelijk uit deze stad verdwijnen richting Arpajon. Opnieuw een jeugdherherg en daarna kom ik eindelijk op de langverwachte "Camino Frances". Parijs is niet de stad om alleen in te zijn. (Marieken...we komen er samen nog eens naar terug !) Vrienden, het gaat goed met mij en ik heb er echt zin in. Gedenk mij in uw gebeden, want ik zal het zeker en vast nog nodig hebben. De tocht is nog lang, maar de eerste 350 km zitten ertussen wel op. Bedankt voor jullie aandacht ! Maar mag ik er jullie wel nog eens op attent maken dat deze pelgrimstocht tevens een "sponsortocht" is. Spreek familie, vrienden en kennissen aan. Al de inkomsten gaan integraal naar het onderzoek van Prof. Dr. Puers. Meer is te lezen op mijn website onder het item "DOEL". Ultreia. Frank |
Vrijdag 11 april 2003: Parijs - Arpajon
Zaterdag 12 april 2003: Arpajon - Etampes
Doordat
ik geen oog had dichtgedaan de vorige nacht, en de linker beenspieren
niet meewilden, is dit toch een vrij lastige dag geworden. Opnieuw moet
ik mij de eerste twee uur voortslepen. doordat ik niet beschik over de
echte wandelkaarten (voor de kenners 1:10.000) maar over fietskaarten
(1:100.000) loop ik bij het verlaten van Arpajon volledig mis. Ook in
het bos van Choissy raak ik de richting kwijt. Het kompas had ik enkele
dagen geleden meegegeven want ik zou mij verder oriënteren op de zon.
En...die was er niet. Dan is er maar één remedie. Altijd rechtdoor
lopen en hopen. Of luisteren naar klokkengeluid. Om 10.00 uur
hebben die bellen mij gered. De kerktoren van Saint Sulpice. Ik loop rap
die richting uit en ben opnieuw op de goede weg. Om 12.30 uur Etampes
bereikt, waar ik mezelf eerst tracteerde op lekker junkfood van
MacDonald : een BigMac met frieten en een stevige pint. Om 15.00 uur met Jef en Christine afgesproken aan de kerk van Etampes. Die stad heeft er wel 5 : Notre-Dame, Phallier, Basile, Gilles en Martin. Maar toch elkaar gevonden. Met Christine stap ik naar het toeristenbureau, waar een zeer vriendelijke dame me helpt om aan een bed te geraken. Paasvakantie = alle hotels vol. En de pastoor is er niet. Acht km verder is er wel een chambre d'hôte voor 35 EUR. In Saclas. We zoeken Jef weer op aan het station. Na een Leffe van 't vat rijden we richting Saclas. Maar we passeren eerst nog eens in de Rue Evezard (Pastorij). Daar ziet Jef ineens "Salle de Saint Paul". Hier moeten ze u toch kunnen helpen ? Ik stap de auto uit en de zaal binnen. Na enkele minuten stap ik opnieuw buiten met een duidelijk "Yes-gebaar". Père Frederic kan me te slapen leggen, en ik mag de keuken gebruiken. Afscheid genomen van mijn bezoek en geslapen tussen de pastoorsklederen. Frank |
Zondag 13 april 2003: Etampes - Méréville
Maandag 14 april 2003: Méréville – Toury
Dinsdag 15 april 2003: Toury – Artenay
Woensdag 16 april 2003: Artenay – Orléans
Donderdag 17 april 2003: Orléans - Beaugency
Nadat
ik eindelijk de jeugdherberg had gevonden, kreeg ik na heel wat
aandringen dan toch een kamer voor twee personen toegewezen met daarbij
de boodschap dat ik in de loop van de avond nog wel zeker een compagnion
zou krijgen. Volgens mijn gegevens was de herberg gelegen in de Faubourg
Madeleine, maar dankzij de stempelzetter van de kathedraal wist ik dat
hij nu gelegen was aan de boorden van de Loire, in een oud kasteel.
Misschien wel interessant om er een fotootje van te nemen, maar daarmee
is alles over deze herberg gezegd. Opnieuw ligt mijn slaapplaats aan een
drukke verkeersas aan de linkerzijde van de Loire.
Opnieuw slaap ik slecht. Na 20 dagen, 20 bedden, 20 matrassen, verlang ik echt naar mijn eigen bed en eigen slaapgenoot, ons Marieken. Maar...er is nog een 1500 km te doen. Ik sta op in alle vroegte. Voordat ik de keukendeur openkrijg met de speciale “Sesam-open-u”-deurrcode, ben ik meer dan een kwartier zoet. Een sterke koffie, enkele boterhammen met hespenpaté en een Zonnebloemse Lilapauze bezorgen me de kracht die ik nodig heb om er opnieuw tegenaan te gaan. De rugzak weegt opnieuw iets zwaarder doordat ik mijn hemd en trui niet meer hoef aan te doen. `s Morgens om 7.30 uur is het reeds 16 graden warm. En het belooft dus om een hete dag te worden. |
Meneer Olivier Thomas uit Chevilly (Les Chapelles) had me dus de raad gegeven om niet de GR 3 te volgen naar Beaugency: te moeilijk, te zwaar en te lang. Aan de Pont Georges V staat inderdaad een bord met de aanduiding van de GR 3, onleesbaar wat de tijdsduur is, maar ik vermoed zo een kleine 10 a 11 uur stappen. Ik neem dus maar de fietsroute naar Beaugency. Ik moet dus de brug over. Eenmaal over de brug wenst een Fransman mij een goede tocht. De coquille doet dus duidelijk zijn werk. Alras loop ik op wat precies de winterdijk van de Loire is. Vier wielertoeristen passeren mij en één ervan draait zich om en komt een babbeltje slaan. Hij is enkele jaren geleden ook naar Compostela gefietst, 2600 km langs Le Puy en Vezelay. Ooit wil hij nog eens te voet gaan, maar wil eerst dat hij op pensioen is. Hij schrik als ik zeg dat ik van Vlaanderen kom, “une petite village à vingtcinq kilometre à l`ouest de Bruxelles”. Hij wenst mij nog goede benen en spurt naar zijn kameraden, die reeds een volgende bocht op de winterdijk voorbij zijn. |
|
De
temperatuur loopt snel op. Dan wil ik drinken en merkt, tot mijn grote
schande, dat ik bij mijn vertrek water heb vergeten inslaan. Tot het
volgende dorp, Meung-sur-Loire, is het nog minstens 15 km. En dat met
amper 20 cc water. De kilometers vorderen traag. Het water is reeds lang
verbruikt, op een slok na. Na meer dan 4 uur echt slenteren, kom ik in
Meung aan. Op een terras vraag ik mij een Ricard. De serveuze brengt mij
die samen met een mooie blauwe fles water. Nog voor ze vertrekt, zet ik
de fles water aan de mond en drink die in één ruk uit. “Une autre
bouteille, je vous empris ?” Ze kijkt eerst verbaasd, ziet dan de
rugzak en knikt instemmig. De tweede fles komt er prompt aan. Ik voelde
mij een soldaat ik het vreemdelingenlegioen die net een oase in de
Sahara had ontdekt. Hoe water soms meer kan smaken dan een echte
Belgische Leffe. Na een tweede Ricard en nog een flesje water, kon ik beginnen aan de volgende kilometers, naar Beaugency. De GR 3 (ook het fietspad) volgt de kronkelende Loire, tussen fruitboomvelden en “maquis”-achtige gebieden zoals in het zuiden van Frankrijk. Een vol uur loop ik er in verloren. Prachtig van omgeving, maar een kilometer verkeerd lopen, betekent alrap een half uur verlies. Uiteindelijk kom ik tegen 17.30 uur aan wat ooit de jeugdherberg was. Ook deze was niet meer op dezelfde plaats als de gegevens waarover ik beschikte. Een passant vraag ik naar het juiste adres. De andere kant van de stad, tegen het industrieterrein. Daar aangekomen kreeg ik het deksel op de neus : geen plaats meer. Ook op mijn vraag voor een simpele matras, kreeg ik een negatief antwoord. Dan maar terug naar het centrum in een hotelletje : Le Relais des Templiers. Er zitten vandaag een pak meer kilometers op dan voorzien. Maar ik ben goed op schema, de benen zijn goed, de moreel is goed, en ik zie het wel zitten. Morgen krijg ik bezoek van de broers en van ons Marieken. Ik kijk er echt naar uit. Frank |
Vrijdag 18 april 2003: Beaugency - Herbilly
Omdat
ik weet dat er vandaag bezoek van de broers komt, en ook van ons
Marieken, maak ik er echt een snipperdag van. Ik slaap een gat in de
morgen, d.w.z. tot 7.30 uur `s morgens ! Heel op het gemak neem ik een
uitgebreid ontbijt met een glas jus d`orange, een mok hete
chocola-chaude, een halve baguette met aardbeiengelei en een croissant
met heerlijke hoeveboter. Franse koffie is niet aan mij besteed, te
straf en te klein in volume. Na de afrekening besluit ik eerst nog eens in dit mooie stadje te flaneren. Ze hebben hier een mooie Romaanse kerk, een frappant dorpsplein, pittoreske kleine straten met eeuwenoude huizen, een middeleeuws kasteel uitkijkend over de Loire en een mastodont van een toren : le Tour du Diable. Ik verlaat Beaugency opnieuw langs de GR 3, en volg een klein zijriviertje van de Loire, de Mauve. |
|
Hier staan prachtige villa`s met zicht op de mooiste rivier van Frankrijk. Na enkele kilometers wordt de Mauve opgeslorpt door die brede Loire. Ik verlaat de GR 3 omdat volgens de kaart er “dolmen” te zien zijn langs de iets hogerliggende D70. Vanuit Travers zie ik geen dolmen langs de weg staan, maar in de verte doemen twee reusachtige koeltorens op van de elektriciteitscentrale van Saint Laurent-des-Eaux. Hun condensaties zijn de enige witte wolken die aan de felblauwe hemel te bespeuren vallen. | |
De tocht gaat verder door opnieuw kleine dorpjes die kreunen onder de steeds feller schijnende zon. Ook ik kreun. Iets voorbij het kasteel van Courbouzon, bewoond door minstens 4 families te zien aan het aantal brievenbussen, krijg ik contact met mijn bezoek. Ze zijn net de péage gepasseerd. We spreken af aan de kerk van Herbilly. Op het moment dat ik het dorpsplein opwandel, komen vanuit een andere straat twee monovolumes aangereden met daarin heel de bende van Overmere. Wat hebben ze mee : ne goeie Leffe. Die smaakte reuze ! | |
Omdat
ons Marieken vannacht blijft overnachten, gaan we eerst op zoek naar een
slaapplaats. Op de weg tussen Avaray en Herbilly was ik twee gites
gepasseerd. De eerste was volzet, maar bij de tweede gite konden we het
weekend blijven.
Na een picknick wordt besloten om het kasteel van Chambord te bezoeken. |
|
Echt
zo een klein optrekje waar ik ook wel zou willen in verblijven. Maar als
zelfs Margaretha van Valois verlopen liep in dit immense kasteel, zo zou
ik er eveneens mijn weg, maar ook mijn hart, verliezen. (Annieken, hier
zouden we onze droom kunnen waarmaken !) Om 18.00 nemen de broers afscheid want er wacht hen nog een tocht van meer dan 500 km. Zij haspelen dit af in iets meer dan 5 uur. Ik deed over diezelfde afstand nu 20 dagen. |
|
Alleen met Marieken, praten we uitgebreid over de voorbije dagen. Het doet deugd om samen, met een lekkere glaasje rosé, op het terras van onze gite, te keuvelen over alles en nog wat. Ik bedank langs deze weg dan ook graag alle vrienden en kennissen die zo met ons meeleven. Het is niet gemakkelijk om je elke dag weer op te laden om die nodige kilometers af te leggen. Ook voor Marieken zijn dit moeilijke dagen en ik bewonder haar voor de gedrevenheid waarmee ze mij moed inspreekt. | |
Ook
het idee dat zoveel mensen achter me staan, geeft me steeds opnieuw te
kracht om door te gaan. Een vierde van de camino (bijna 550 km)
zit er nu op. Nog zo`n 1500 te gaan.
Morgen komen enkele vrienden van de Kulinaire Kring naar hier afgezakt. Een goede reden om dit weekend echt enkele rustdagen te nemen. Frank |
Zaterdag 19 april 2003: rustdag in Avaray (Herbilly)
Zondag 20 april 2003: Avaray - Blois
Tegen
goed 8 uur zitten we met zijn allen aan de ontbijttafel. Heerlijk
Belgisch brood, met vlees, kaas, choco, een gekookt eitje en Vlaamse
koffie ! Net iets anders dan de ontbijten van de voorbije weken. Na de opruiming van de gîte gaan we onze poef betalen, maar Claude en Ann Marie staan erop dat we nog een kop koffie drinken bij hen thuis. Claude schenkt met enige Bourgondische trots ons zelfs een flinke scheut "Poire" uit. 45° om 10 uur ! Maar dat Erik zijn Poirke in de koffie wil, had Claude nog nooit gezien. Na enkele obligatoire foto's en een hartelijk vaarwel, krijg ik van Ann Marie nog een takje "Rameau" (palm) voor op mijn hoed. Dit zal je beschermen, fluistert ze zacht, en geeft me nog een zoen en een goeie knuffel. Via het kasteel van Chambord, waar de chefs niet konden weerstaan aan het inkopen van enkele plaatselijke specialiteiten, komen we rond de middag in Blois aan. In een restaurantje onder het "Chateau Royale" wordt onze Paasmenu verorberd. De Sint-Nicolaskerk en de kathedraal worden bezocht. Hier vinden we opnieuw de boodschap van Prutskes ouders: Johan & Marijke. (Nogmaals bedankt hé). Er wordt zelfs een korte koetsrit door Blois gemaakt en naarmate de namiddag vordert, word ik steeds stiller. Het valt Chrisje op. Maar ik zeg dat ik inweze "ne stille" ben. De chefs brengen mij naar de jeugdherberg "Les Grouëts". Het afscheid doet, na een verrukkelijk weekend, me te veel. Tranen kan ik niet bedwingen. Als de Toyota van Raf de bocht om is, ben ik opnieuw alleen..... 's Avonds drink ik nog een kop koffie bij het schrijven van mijn dagboek. Twee Engelstalige meisjes spelen een spelletje schaak. Ik vraag of ik mag kijken. De éne leert de andere. De oudste Australische, die in Dublin in een hospitaal werkte, vraagt of ik haar wil helpen. En ik help graag. We winnen. En...nog eens. Dan vindt Sara, de jongste Australische, het welletjes. Ook een Franse leraar uit Strasbourg komt een mondje meepraten. Opnieuw een internationaal gezelschap hier in Blois. Iets na 21.00 uur duik ik in bed. 't Worden morgen opnieuw 32 eenzame kilometers. Frank |
Maandag 21 april 2003: Blois - Amboise
De
vieze gouvernante van de jeugdherberg is 's morgens kwaad. Ik moet 10,10
EUR geven. Ik heb niets anders dan een biljet van 50. Toch laat ze de 10
cent niet vallen. Om 7.30 uur reeds de drukke N.152 op. In Chaumont-sur-Loire steek ik de brug over en beland op de veel rustigere D.751. Ik stap de kerk binnen (meneer pastoor, ik stap ze praktisch allemaal binnen !), en toevallig is de mis bezig. Ik blijf zitten en volg. De rust doet me goed. Hier krijg ik nog de communie zoals vroeger : geknield, en op de tong. Na de dienst wenst de oudste misdienaar me nog een goede tocht. Vanaf dan loop ik langs verschillende "caves" en mijn eerste wijngaarden. Vele caves zijn open maar ik stap verder tot in Mosnes, om er eentje te bezoeken. De cave-moeder maak ik wijs dat ik enkel wat foto's wil nemen maar niets kopen. Dat weegt te veel, die flessen. Toch mag ik proeven, en ik meld hierbij meteen dat de Rosé Cabernet 2001 van Guy Durand uitstekend is. Godendrank. Iets voorbij Mosnes passeren de twee Aussies me, op de fiets. Een Aussie-hallo volgt en dapper trappen ze verder. In Amboise zoek ik eerst het toeristenbureau op. Er is een jeugdherberg op het Ile d'Or, le Centre Charles Péguy. Maar eerst naar de Saint-Deniskerk. Van Père François de stempel gekregen en een glas fruitsap, maar geen slaapplaats. Mag niet voor de verzekering, moppert hij. Hij moet mopperen ?! Dan maar naar de jeugdherberg. Om 17.15 uur ben ik daar. Het centrum gaat open tussen 18 en 19.00 uur. Ik wacht. Maar niemand komt. Getelefoneerd. Antwoordapparaat zegt dat het centrum met Pasen niet open is. Dan maar terug naar het centrum, opzoek naar een hotelletje. Het "Hotel de France et du Cheval Blanc, tevens een Spaanse tapaz-bar, is het goedkoopste : 32 EUR voor bed en ontbijt. Nou ja...'t zijn de tapaz die het mij gelapt hebben. 'k Wou al eens in de Spaanse sfeer zijn ! Frank |
Dinsdag 22 april 2003: Amboise - Tours
Omdat
de hotelierster me gisteravond vroeg of het ontbijt om 8.30 uur kon
vanwege hun vrije dag, kon ik lekker lang blijven slapen. En...toch eens
een goed bed gekregen. Pas om 8.50 uur verlaat ik het hotel. Tot in Lussault-sur-Loire blijf ik de D.751 volgen en daar schiet ik me opnieuw de GR 3 op. Al rap wandel ik door het wijngebied van de Touraine. |
|
In
Montlouis mijn middageten opgegeten : een "petit pain" + een
"pain au chocolat". De schelp wordt herkend. Uitleg moeten
geven waar ik vandaan kom. En hier zijn de Fransen al verbaasd dat we in
België ook Nederlands spreken. De GR 3 steekt de Loire opnieuw over, maar ik doe dit niet en volg een binnenweg naar een stadje dat me aan de KAV + JKAV doet denken : La Ville-Aux-Dames ! 'k Moet hierbij zeker geen uitleg geven? Maar alle dames van KAV en JKAV kunnen zeker zijn dat ze in mijn gedachten allemaal de revue zijn gepasseerd. 'k Zag jullie allemaal samen de French Can-Can doen ! |
|
En
't is opnieuw hetzelfde als bij elke grote stad : de buitenwijken. Dus
rap doormarcheren ! Na een vijftal kilometer kom ik in het centrum van
Tours (spreek uit "TOER" met franse R). Vooreerst naar de
kathedraal voor de "tampon" en de volgende boodschap van Johan
en Marijke. De stempel was OK en de boodschap werd teruggevonden,
maar...uw palm was echter foetsie. 't Zal iemand anders beschermen
misschien. Daarna eerst het toeristenbureau opgezocht, en nog een geluk. Ook hier was de jeugdherberg van locatie veranderd. En hij opent om 18.00 uur. Tijd genoeg voor een frisse pint in één van de oudste straten van Tours : de Rue des Cerisiers. En ik kon zelfs nog een tweede verdragen want 't was vandaag bijna 30° warm. Later in de herberg : GEEN PLAATS MEER !!! Die Franse paasvakantie, die hier 1 maand duurt (verspreid over 3 zones), speelt meer met mijn voeten dan de Franse wegen. Dan maar naar het klooster, dicht bij de basiliek. Van moederoverste krijg ik wel een stempel, maar geen slaapplaats. Wel een telefoonnummer van mensen uit Amboise die me onderdak konden geven. Maar daar kwam ik vandaan, en was dus geen oplossing. De goedkoopste hotels (ongeveer 30 EUR) vind je aan het station, dus ik die richting uit. Maar en passant zie ik een luguber hotel aan 23 EUR. Aangezien een pelgrim niet keuskeurig mag zijn, stap ik binnen : Hotel Marceau. Het staat zelfs niet in de brochure van het toeristenbureau. Toch goed geslapen, douche genomen en wat TV kunnen kijken. Frank |
Woensdag 23 april 2003: Tours - St.Maure-de-Touraine
Na
enkele chocoladekoeken en een halve liter melk, stap ik om 7.15 uur het
hotel buiten. Aan een charmante Fransman vraag ik de weg naar de N.10
die ik toch enkele kilometers zou moeten volgen. Doe het niet, zegt hij,
veel te gevaarlijk. Neem de bus tot Chambray-lès-Tours en neem vanaf
daar de kleine wegen. Goede raad sla ik niet in de wind, dus ik de bus
van de Ligne Verte op. Die brengt me 5 à 6 km verder buiten Tours. Er
volgen prachtige kleine wegen. Licht glooiend. Enkele bossen. Enkele
kastelen. Iets voorbij het kasteel van Creuzot passeert mijn eerste medepelgrim met de fiets : een Nederlander, J. Schuppert uit Eindhoven. Hij wandelt een eindje mee, foto's worden genomen. Hij biedt me zelfs wat te eten aan : een banaan ? Ik bedank beleefd. Dan rijdt hij verder want hij wil vandaag nog Poitiers bereiken. Iets voor de middag kom ik in Sorigny aan. Tijd voor de flinke bak koffie in een TABAC-BAR. Bij het buitenkomen bots ik bijna letterlijk op een andere pelgrim : de 60-jarige François Lanternier uit Poitiers. Er wordt wat afgebabbeld. Maar elke km moet François eens stoppen, drinken, rusten of plassen. Ergens voorbij Bourg-Cocu laat ik hem achter na zijn zoveelste rustpauze. Ik stap alleen verder tot in Ste-Catherine-de-Fierbois. Daar heeft ooit onze Jeanne d'Arc haar zwaard verwisseld, en is tevens een officiële stopplaats op de route naar Compostela. Helaas wordt de kerk er nu gerestau-reerd en is gesloten. Maar in de "Auberge de Jeanne d'Arc" krijg ik van de bazin een stempel, vers water en een lekkere pint : alles gratis ! In St.Maure weet madame Jeannine van het VVV dat er een refuge voor pelgrims is, maar daarvoor moet ik op de gemeente zijn. Snel erheen. Ik word er zeer goed ontvangen en geholpen. Meneer Hubert komt me halen, en brengt me naar het "Acceuil Emmaüs". Ik krijg er een kamer, een homp brood, een blik "Boeuf Bourguignon", een blik erwtjes en worteltjes, een liter melk en drie eieren. Heeft me gesmaakt. De tweede kamer is ingenomen door meneer Gerard van Toulouse. Die stapt ook naar Santiago, en zelfs nog verder naar Fatima. Hij is protestant, maar wil toch de camino doen. Ook hij ondervindt dezelfde moeilijkheden als ik. De clerus, als die er al überhaupt is, kan of wil ons, pelgrims, niet helpen aan een simpele slaapplaats. 't Is daarom dat hun kerken leeg zijn, moppert Gerard. Misschien heeft hij wel gelijk. Na père Frederic en père Philippe kon ik niet op veel hulp rekenen. Maar...'t kan beteren. Maar hier, bij Emmaüs, ben ik echt eens goed gevallen. Het heeft me wel 650 km gekost met veel zweet en soms een traan. Maar vrienden...zoals elke druppel regen het zeeniveau doet stijgen, zo brengt elke druppel zweet me dichter bij Santiago de Compostela. Al besef ik nu reeds dat deze stad niet het einde, maar het begin wordt van een heel andere tocht. Een tocht naar.....??? Frank |
Donderdag 24 april 2003: St.Maure - Dangé-St-Romain
Meneer
Gerard van Toulouse die, naar eigen zeggen, steeds om 6.00 uur weg is,
ligt om 7.15 uur nog te ronken als ik na een stevig Emmaüsontbijt in
alle stilte vertrek. Normaal tot in Chatellerault. Langs de ondoenbare
N.10 zo een goede 35 km. Omdat ik die drukke "route nationale"
wil vermijden, loop ik naar Maillé en la Celle-St-Avant. Prachtig
landschap, opnieuw geprangd tussen twee snelwegen en de TGV-lijn. Toch moet ik over 4 km de drukke N.10 volgen tot in Les Ormes, met een prachtig 18de eeuws kasteel, een wat Byzantijnsachtige kerk en oude "Halles" uit de 17de eeuw. Ik steek de heldere rivier de Vienne over en krijg bezoek van mijn tweede Hollandse pelgrim. Eveneens op de fiets. Uit Huizen bij Hilversum. Wat verhalen uitgewisseld, maar hij is rap weg. In Dangé-St-Romain, nog zo'n 15 km van Chatellerault, ga ik stoppen voor vandaag. Door die kleine wegen te nemen, heb ik er zeker al 30 km opzitten en ik ben moe. In Dangé stap ik de Mairie binnen en vraag er slaapplaats. Ik moet mij aanmelden bij de secretaresse van de pastoor. Zij zal mij een plaatsje zoeken. Gratis ?? Om 18.30 uur mag ik mij aanbieden bij meneer Noël Grabuier. Daar aangekomen merk ik op dat het een gîte de France betreft : dat wordt zeker niet gratis ! Maar 't is ondertussen 19.00 uur en ik heb geen zin om iets anders te gaan zoeken. |
|
Van
meneer Noël krijg ik een pilsje, terwijl hij ronduit vertelt over de
geschiedenis van de streek. Hoe vooral de paarden de boten trokken tot
in Orléans, nee zelfs tot in Chauny. Boten vol wijn. Boten vol
geitenkaas, tevens een streekspecialiteit ! Ik krijg een bed toegewezen in een driepersoonsgîte. Luxe !!! Wat een badkamer, ingericht voor rolstoelgebruikers !! Prachtige streek, goede gastheer ! Dus nog iets voor Ziekenzorg misschien. Onthouden. Frank |
Vrijdag 25 april 2003: Dangé-St-Romain - Naintré
Om
7.30 uur krijg ik van de rondbuikige meneer Noël echt een prachtig
ontbijt. Alles is voorzien. Echt een "English breakfast"... De meteo voorspelt regen voor vandaag. Dus de linnenkast en keuken (mijn rugzak dus) worden volledig heringericht. De regenkledij bovenaan. Dan bij meneer Noël om mijn rekening !! In de gîte hing een prijskaartje van 37 EUR (zonder ontbijt) en 44 EUR (met ontbijt). Ik geef de sleutel af. "Zeker een pelgrimsrekening mét reductie ?" vraagt meneer Noël met van die glinsterende varkensoogjes. Ik knik hoopvol. Noël vraagt naam en adres, en vlug offreer ik hem mijn pelgrimsvisitekaartje met de boodschap dat ik reclame voor zijn spel zal maken via de website ! De rekening eindigt met 29 EUR ! En da's goedkoop voor wat ik er voor gekregen heb ! Vandaag loop ik door de echt mooie vallei van de Vienne, tot in Chatellerault. Daar zou ik overnachten, maar het enige mooie aan deze stad zijn de twee imposante torens naast de oude George V-brug. 't Is pas 12.30 uur als ik in deze stad aankom. Er is wel een prachtig pelgrimsbeeld in de St.Jacqueskerk. Dus die moet op de foto. In de pastorij krijg ik de begeerde stempel. Na het eten van een "Super Jambon Complet" (bij ons zou dit een broodje smoss van een halve meter zijn) en een cola voor de nodige suikers, stap ik reeds om 13.30 uur weg uit deze stad. Om 16.30 uur kom ik in Naintré terecht. (Hier heeft in 732 de slag bij Poitiers plaatsgevonden tussen de Sarascenen en Karel Martel). Bij de burgemeester tonen ze me de weg naar de pelgrimsrefuge "Le Barque". Daar aangekomen bleek deze opnieuw volledig volzet. Een vriendelijke, en mooie rosse, pianolerares kan me gerust stellen. Straks komt één van de ouders van haar leerlingen. Die weet wel raad. Na een uurtje komt de hippie-vrouw het terrein opgereden met een rammelbak van een Renault, zeker 20 jaar oud. Ze brengt mij naar een boerderij. Van Emmaüs opnieuw !!! Er leven op deze oude boerderij zeker 15 mannen van allerlei pluimage en nationaliteit : enkele Fransen, een Armeniër, een Argentijn (Frederico), een Portugees (Domenico), een Duitser (in Hongarije geboren)...en dan nu een Vlaming "Frank". Door de oudste bewoner krijg ik een kamer toegewezen. Hier sliep eergisteren nog een koppel Nederlanders, mompelt hij, om zijn sigaar niet te verliezen. Om 19.00 uur mag ik zelfs mee aan tafel : rijst met vers versneden groentjes, twee mergeuzeworsten met brood (zelf te gaan snijden uit een karrenwielgroot brood !), warme groene bonen in een witte gelei, een stukje kaas, en een "potteken pap" als dessert. Ik help daarna spontaan met de afwas, wat direct op de nodige sympathie kan rekenen van Theodore en Jules, de mannen van piket deze avond. De dag was opnieuw lang en zeer eenzaam, maar deze enkele uurtjes met mensen aan de rand van de maatschappij, heeft me deugd gedaan. Nu begrijp ik wat "Emmaüs" betekent. Zoiets ken ik persoonlijk niet bij ons. Maar 't is zeker niet het OCMW. Frank |
Zaterdag 26 april 2003: Naintré - Poitiers
In
alle vroegte, reeds om 7.00 uur, verliet ik mijn vrienden van één
nacht, de gasten van het "Acceuil Emmaüs" in Naintré. Er was
zelfs ene bij die met zijn bromfiets de camino heeft gedaan. Zijn
brommerken heeft nu op de teller 148 500 km staan. Een raar man. De regen die gisteren voorspeld was, is er dus vandaag gekomen. Ik was nog geen 3 km ver of ik kon onder een brug van kledij veranderen. De Gortex-regenjas en de regenbroek werd onder een brug rap aangetrokken. De "rain-cover" over de Deuter-rugzak getrokken en we konden opnieuw vertrekken. Na een half uur regende het "cats and dogs", zoals de Engelsen dit zo mooi kunnen zeggen. (Aan Georges van de Berghut in Hamme, wil ik zeggen dat de rugzak echt een luxe-huis is ! De Gortex XRC heeft zich goed van zijn taken gekweten !) Ik passeer het golfterrein van de "Haut Poitou". Omdat er toch niets anders opzit dan wandelen en rondkijken, kijk ik uit naar golfballetjes. Die moeten toch te vinden zijn. En inderdaad...na amper enkele minuutjes vind ik er enkele. Ik hou mij een mooie witte en een iets mindermooie gele golfbal. Een relikwie van mijn eerste echte regendag. De tocht gaat verder tot in Poitiers. Ik passeer zelfs het huis van de Franse premier, monsieur Raffarin. Zoals je kunt denken, een k(r)ot van een huis, gelegen naast zijn enorme melkfabriek. Of toch iets in die aard. De kathedraal van Poitiers, niet veel soeps. De "Eglise Notre Dame" ook al niet veel aparts. In het VVV vraag ik naar de jeugdherberg. Die is er, maar ligt buiten de stad. Veel zin om nog 6 km te stappen heb ik niet, maar er zit niets anders op. Ik moet door de Rue Carnot, voorbij het park Blossac. Aan de "Salons de Blossac" zie ik een kaartje van het Hotel Jules Ferry, Prix moderé. Ik bel. 28 Euro voor een nacht, en ik ben net een cybercenter gepasseerd. Ik reserveer want 't is op twee minuutjes van het cybercenter. Dus de gelegenheid om mijn dagboek van de voorbije dagen door te sturen. 28 Euro heb ik er echt voor over, aangezien ik in een ***jeugdherberg ook 20 EUR moet betalen. Vandaar....'t wordt het hotel. En...ik kan er mijn klederen eens drogen. In "Les 40 Gourmands" trakteer ik mezelf op een 12 EUR-menu, en een pichet van 50 cl rode wijn. Ik heb het, al zeg ik hetzelve, verdiend. |
|
Vermoedelijk
zullen vóór Bordeaux, het middelpunt van mijn camino, geen verslagen
meer volgen. Misschien kan ik eventueel wel een GSM-foto doorsturen,
maar veel zal het niet worden. Vrienden, blijf me gedenken in uw gebeden. Ik heb het hartstikke nodig. Frank |
|