Dagboek: belevenissen van Frank op weg naar Compostela

Klik op een datum om zijn verhaal te lezen

22 MAART 2003: BREUGHELAVOND                            30 MAART 2003: VERTREK   

April 2003

ma

di

wo

do

vr

za

zo

31

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

Mei 2003

ma

di

wo

do

vr

za

zo

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

Juni 2003

ma

di

wo

do

vr

za

zo

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30


Maandag 31 maart 2003: Gent - Oudenaarde




Frank en Jan

Om 7 uur vertrokken naar Sint-Jacob op zoek naar het gegeerde stempeltje. Om 7 uur zou de kerk opengaan, maar er was geen kat te bespeuren. Dan maar naar de Sint-Niklaaskerk gewandeld : ook dicht !
Dan naar Sint Baafs : van't zelfde laken een broek ! Na een zuster te hebben aangesproken, kon die mij het adres van Pastoor Flamand geven : Steendam 11. Opnieuw terug dus. Eindelijk mijn stempel gekregen, maar veel tijd verloren. Pas om 9.30 uur de Trekweg langs de Schelde gevonden. In het begin is dit wel te apprecieren, maar de Schelde kronkelt hier in al haar schoonheid en lengte ! Mooi...maar ééntonig.
Rond  Eke kwam ik een eigenaardig man tegen : hij was bos-beeldhouwer. Hij maakt langs de Schelde kunst in de bossen en velden. Deze zijn, volgens hem, niet alleen van de boeren die van vadertje staat subsidies krijgen om met de akkers en velden niets te doen. Dus maakt hij er kunst van !De trekweg heb ik dan maar verlaten in Nederename (of zoiets ?). Op de N.60 Jan van Lut Callebaut ontmoet en een goed gesprek met gehad.(Jan...bedankt voor de "volledige" bevoorrading !) 

Nog 5 kilometer naar Oudenaarde (Bevere). De laatste loodjes wegen. Vooral de rugzak. Ik zal toch nog iets moeten over boord kippen.Voorbij een rotonde op 3.5 km van Bevere stopt een jonge dame (30 jaar naar ik vermoed) haar auto langs de kant. Ze stapt uit en komt mij spontaan een hand geven. Ze had de schelp op mijn rugzak herkend. Zijzelf deed vorig jaar ook de camino, ook alleen. Zij gaf mij nog enkele tips, en was echt gelukkig dat ze in Oudenaarde toch nog eens een pelgrim had ontmoet. Na een laatste tip (de franse OCMW's geven ook onderdak aan pelgrims !) namen we afscheid.
In Oudenaarde aangekomen was ook de Walburga-kerk gesloten en meneer de deken was ook op "marode". Heel toevallig ben ik dan een poort binnengestapt (als ik iets schoon zie, ge kent mij hé !) en ik kwam in het "Kloosterke" in de Hoogstraat terug. Zuster Franscisca vertelde me dat daar zelfs enkele Meerse zusterkens verblijven. Als ik het mij nog goed herinner : zuster Van Remoortel ??

teenfrank.jpg (37159 bytes)
Klik op foto om te vergroten. Klik nadien op de knop Vorige (in werkbalk)om terug te keren

Om 17.30 uur bij familie De Bock aangekomen.
 Schoenen uitgedaan en tot mijn grote verwondering een "BLIJN" op mijn rechter kleine teen. 
33 kilometer moet er teveel voor zijn geweest. 
Dit is voorlopig echt te veel. Ik ga de afstand beperken tot 25 km/dag. Maar morgen wil er nog eens een lap op geven : ongeveer 35 km naar Doornik.

Terug naar begin


Dinsdag 1 april 2003: Oudenaarde - Doornik


Na een woelige nacht lag ik reeds om 5 uur wakker, en mijn lieve gastvrouw Kathelijn zou pas om 7 uur het ontbijt klaarmaken. Mijn linkerschouder doet serieus pijn; Tijgerbalsem komt al van pas. De kleine teen wordt eveneens onder handen genomen met Compeed. Zal straks eens naar het resultaat kijken.
De dag begon dus opnieuw met een Schelde-wandeling, maar zij het dan iets meer in de weilanden. De kilometers volgen elkaar op. De wind blaast ijzig. En de zon is meer af- dan aanwezig. Ik zweet nauwelijks. De harde ondergrond (beton of macadam) laat zich voelen. Ik probeer zoveel mogelijk in de graskant te lopen. Er is niet veel om foto's van de maken. De kilometers wegen. Deze middag heb ik enkel de appelflap van zondag opgegeten. Marijke...hij was nog lekker. Water had ik nu wel. 'k Weet nu dat dit zeer belangrijk is. Steeds 's morgens voorzien. 
15.30 uur en ik krijg honger. 'k Voel me slap. Ik wandel nu ongeveer 7 uur aan één stuk. Ik word moe. Nog ongeveer 10 kilometer te gaan. De voeten doen pijn. De maag grolt en is niet meer tevreden met druivensuiker en een slok water. Mijn tempo zakt zienderogen. 's Morgens doe ik over een kilometer ongeveer 10 à 11 minuutjes. Nu zijn dit er bij 20. Aan dit tempo duurt het nog zeker 3 uur voor ik Doornik bereik.Ik passeer een bushokje van TEC (de Waalse Lijn). Kijk naar het uurrooster. Pas binnen 45 minuutjes. Ik stap verder. 
 Nog twee bushokjes verder. Het wordt mij teveel. Vermoedelijk nog 7 km te gaan. Ongeveer 2 uur. Dit wordt me teveel. Ik neem de bus naar Doornik. Die doet er pas 15 minuutjes over. Maar ik heb geen schaamte. Sint Jacob zal het mij wel vergeven. De tocht is nog lang. En wordt zeker zwaar.
Strak trek ik naar de Auberge de Jeunesse : 13 EUR voor een nacht. Ik blijf dus binnen mijn budget. Hopelijk een goede nachtrust.
Tot later. Groeten Frank.
Bericht van het Cybercentrum van Doornik, net naast de basiliek.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
Turks voorgerecht en karafje wijn, aangeboden door de Turkse familie
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
Klik op foto om te vergroten
Klik nadien op de knop Vorige (in werkbalk)om terug te keren

Deze avond heb ik mijn eigen getracteerd op een etentje : op mijn eentje. Bij een man uit Cappadocië, Turkije. Een echt vriendelijke familie. Aangezien ik bij het begin van mijn tocht had gezegd dat ik vooral mensen zou fotograferen, vroeg ik ook aan de vrouw van die man of ik van hem een foto mocht nemen. En...dat mocht. Maar na de foto kwam heel de familie bij mij zitten en tracteerden mij nog op een karafje rode wijn. Ik sprak hen over mijn tocht en over het doel van die tocht. Zelfs de dochter ten huize kwam aan tafel zitten. Van een Turks meisje van 20 jaar had ik echt niet verwacht dat ze niet minder dan 5 talen spreekt : Nederlands, Frans, Duits, Engels, Turks, Spaans. Dus...ze was voor mij de ideale gids in deze talen. Op één uur leerde ik meer dan de voorbije 10 jaar. Mijn Frans zal na twee maanden Frankrijk doortrekken subliem zijn.

Nu iets anders. Personen die mij dus echt willen contacteren, moeten gebruik maken van dit medium. In elke stad die zichzelf respecteert, zal wel een cybercenter zijn. Ook in de meeste Jeugdherbergen of in biblio's zal ik deze mail.be wel kunnen oproepen. (Stuur uw berichten dus gewoon naar maesfrank@skynet.be!)

Broere, ik hoop echt dat deze tocht  mij een veel betere man maakt. Hopelijk kan ons vader mijn laatste wens voor de camera waarmaken.
Moederlief, ik zal volgende vrijdagnamiddag zeker aan jullie denken. Ik mis die namiddagen met ons vader. Hopelijk kan hij mij in Compostela opwachten. Maar...hij moet er zich zeker niet voor forseren.

Bieber, zonder jou zou deze tocht nooit lukken. Ik hou van jou en ik mis je elke dag iets meer. Weet dat er geen uur voorbijgaat of ik denk aan jou.

Verder aan iedereen : wees eens echt lief voor elkaar. Het leven is, net als mijn tocht, zwaar, vermoeiend, uitdagend, maar...toch o zo mooi. Maak het elkaar niet moeilijk, maar hou van elkaar.

Ultreia.
Frank, de pelgrim.

Terug naar begin


Woensdag 2 april 2003: Doornik – Anzin

,t is een lange dag geworden. Vertrokken om 8.15 uur uit herberg waar ik eerst nog een bericht kreeg dat ik mijn stempel persoonlijk kon gaan afhalen bij “monsieur l`eveque”. En `t is een mooie stempel : twee kotjes groot. Nadat ik nog wat persoonlijke gegevens uitwisselde met de kapelaan, ook Compostela-genoot, vertrok ik voor een tocht van 35 km. De rugzak wordt dragelijker doordat de schouderspieren het stilaan gewoon worden. Maar hij blijft toch veel wegen. Van zodra er iemand op bezoek komt, moet ik teenentander luxe-materiaal kwijt ; het kompas, Esbitblokjes, slaapmatje, poncho, een spel speelkaarten,....etc.

Net voor de Franse grens een rustpauze genomen van ongeveer 35 minuten, in een van de zeldzame bushokjes. Voeten raken stilaan verhit door het steeds lopen op de  harde ondergrond. Nochtans probeer ik zoveel mogelijk in de bermen te lopen, maar dit is niet altijd evident. La douce France....vergeet het !!!!

 

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
grens Frankrijk

Net de grens over en Frankrijk tracteert mij zowaar op een eerste serieuze regenbui. Tegen dat ik de regenhoes over mijn rugzak heb getrokken en ik met veel moeilijkheden mijn poncho over mezelf en de rugzak kreeg was heel mijnen “derriere” kletsnat. Door de hoogte van de rugzak kreeg ik namelijk de poncho er niet over en bleven mijn billen toch niet droog. `k had beter thuis wat geoefend maar het heeft niet geregend in maart ! Dus...een lichte regenbroek had efficiënter geweest.

In Saint Amand-les-Eaux twee koffies getrokken in een bar. De ober wist meteen dat ik een pelgrim was en dat ik naar SdC trok. Er passeren er hier meerdere, zei hij. Bij het verlaten van zijn etablissement gaf hij mij nog de goede richting de stad uit.
In de kerk van Anzin, opgedragen aan Sainte Barbe, patrones van de mijnwerkers, kwam ik de evenknie tegen van onze Meerse Luc De Feyter. Hij nam me mee naar de pastoor die opnieuw een stempel in mijn “credential” plaatste. Ooit was Anzin een bloeiende mijnwerkersstad, en `t is er aan te zien : kleine, smerige huisjes, in lange rijen, nu meestal bevolkt door overzeese Fransen. Ooit schreef iemand : “Sire, er zijn geen Belgen meer” ! Maar tegen de president van Frankrijk durf ik te zeggen : Monsieur le President, il n`y a plus des français ! De franse bevolking hier bestaat grotendeels uit inwoners van hun vroegere kolonies. 
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
In de jeugdherberg, opnieuw grotendeels bevolkt door overzeese fransen, betaalde ik 9 EURO voor een bed, geen lakens en geen eten. Naar de Intermarché dan maar voor het avondeten. Een light-menu bestaande uit 4 patatjes, 3 worteltjes en een kwak “vlees” dat op Vlaamse stoofcarbonaden moest lijken. Nou ja....als men honger heeft eet je alles ! Voor het ontbijt kocht ik verder nog 6 eitjes (die ik direct hardkookte), een halve baguette, een plak jambon en een banaan. Ik permitteerde me verder nog de aankoop van enkele Marsrepen voor in moeilijke tijden. Drank was ik echter vergeten en dus werd het water. 

Morgen een lange mars naar Cambrai. Dus...tot later !

 

Terug naar begin


Donderdag 3 april 2003: Anzin – Cambrai

In alle vroegte deze onaangename “suburb” van Valenciennes verlaten. De zon komt net boven de horizon en neemt de stad gevangen met haar eerste stralen. De ochtendnevel maakt dat deze industriestad er nog mystieker uitziet. Ik passeer kilometerslange industrieterreinen waar het enige leven de aan- en afrijdende vrachtwagens zijn. Aan één of andere KMO spreekt een wachtende chauffeur mij aan. “Ik heb je gisteren nog in België gezien, nabij Doornik. Ge stapt gij redelijk wat kilometers.” Ik knik beleefd en stap verder. “Allez, bon courage mon ami !”

Ik stap verder, en hoe hoger de zon klimt, hoe harder de wind gaat waaien. Tegen de middag brengt hij donkere onweerswolken mee! Zou ik opnieuw in die onhandige poncho moeten kruipen ? (Of ben ikzelf die onhandige). Gelukkig waait alles over en twee uur later is de hemel opnieuw blauw. Behalve mijn voeten! Elke stap doet pijn. Elke stap wordt korter, elke kilometer duurt langer. Ben nu ongeveer 7 uur aan het stappen. Het is half vier en er resten mij nog zo’n 8 à 9 km. In de verte zie ik Cambrai liggen. Drie torens ! Ondertussen heb ik geleerd dat de einder (of de horizon, of de kim) zo’n 10 kilometer verder ligt. Dus tot Cambrai gaat me dit zeker nog een dikke twee uur in beslag nemen. Ik vorder traag. Mijn benen zijn als lood. De rugzak weegt 100 kilo. Mijn gemoed zakt tot een gevaarlijke dieptepunt.

Om half zes geraak ik toch in het centrum van Cambrai en loop doelloos rond. Ik zoek het info-bureau. Vind niets. Ik stap de kerk binnen, en laat me neerzakken op een stoel. Ik ben doodop, en ik ween. Ik bid en vraag om hulp. Ik ben diep gezakt, wil opgeven, wil ….

Na hoeveel tijd weet ik niet meer, maar ik stap de kerk buiten, en zie vlak voor mij het info-bureau. Ik stap binnen, vraag of er een jeugdherberg is en het antwoord is positief. Die ligt wel buiten de stad. Ik moet mij nog drie kilometer verder sleuren. Alles doet pijn: niet alleen de voeten, de schouders, de rug, maar tevens mijn moreel. (Rudy,….dat is niet persoonlijk bedoeld, hé !)

Ik krijg een aparte kamer toegewezen maar moet hiervoor wel 16 EURO ophoesten. ‘k Had beter in de stad gebleven en mij een goedkoop hotelletje gezocht. Hier is de jeugdherberg afgeleefd, al doen de poetsvrouwen al wat ze kunnen om het proper te houden.

Alleen op de kamer en ….de moed zakt in mijn schoenen. Een telefoontje (van bijna een half uur)  naar Marieken kan mij enigszins oplappen. Morgen komt ze speciaal naar Saint-Quentin afgezakt! Ik kijk er echt naar uit haar opnieuw te zien. (Mannen weten waarom !) Een klein flesje doet me goed. Ik val als een blok in slaap.
Klik om te vergroten! Klik nadien op knop Vorige om terug te keren! Voorbereiding van de tocht naar Cambrai. Genomen in jeugdherberg te Anzin.

Terug naar begin


Vrijdag 4 april 2003: Cambrai - Saint-Quentin

Aha,vandaag komt Marieken ! Ze brengt mijn andere stapschoenen die ik zonder veel problemen uittestte op mijn check-up-wandeling naar Dinant in de maand oktober van vorig jaar. En....'t zijn er uit den ALDI en verdomde goeie ! Met mijn echte Meindl-bergschoenen raken mijn voeten meer verhit en doortrapt. Met ALDI niet ! Vandaag liep ik de hele dag op TEVA-Spider wandelsandalen zonder veel ongemak. 't Is fris aan de de tenen en lekker mee-verend wat het doorgetrapt gevoel enigszins vermindert. Wel moet ik regelmatig van kousen veranderen.
Dus na een goede nachtrust (te danken aan dat kleine flesje zeker ?) en een eenvoudig ontbijt om 8.00 uur de baan weer op. Een prachtige dag. De zon schijnt volop en de harde noorderwind van de laatste twee dagen heeft duidelijk gekozen voor een adempauze. De leeuweriken zijn de lucht niet uit. Wat was het lang geleden dat ik hun gezang nog kon horen. Het maakte mij stil en deed me denken aan vroeger. Niet alleen aan die leeuweriken, maar aan zwaluwen, versgebeerde velden, lange rijen net opschietende gewassen, de bomen die stilaan hun knoppen ontluiken,....

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
Schelde, op 25 km van bron

Nadat ik de drukken N.44 had verlaten, stap ik richting Marcoing. Op de stafkaart staat "Montagne Blanche" ! Mijn eerste berg ?? Nochtans zie ik in het zachtglooiende landschap geen berg opdoemen. Na enkele kilometers lost het probleem zich op. Montagne Blanche is een uit de kluiten gewassen witte fabriek aan de oever van de Schelde. Echt een berg van een fabriek. Wat ze er doen ? Geen flauw idee. En ik hoef het zelf niet te weten. Ik ben hier niet voor fabrieken. Nog enkele kilometers verder loop ik langs de Schelde, en in Marcoing steek ik die ooit machtige rivier van in Antwerpen over. De Meerse Molenbeek
lijkt er hiertegen wel een zeestroom.
Villers-Plouich (spreek uit : vielersploeïsch , een mens leert hier een mondje Frans zulle !) gepasseerd en ik krijg een telefoontje van Marieken met de vraag waar ik mij bevind. Coördinaten doorgegeven en een half uurtje later komt ze toeterend achter mij aangereden. Zonder enige schaamte (er zitten dan al een goede 15 km op) stap ik de wagen in. Aan het Hotel de Ville van Gouzeaucourt stoppen we en eten we van versgebakken sandwiches (van François) en ei (van schoonmoeder's kiekens) en préparé (van Kris den bienhoaver) en een goeie kop verse Vlaamse thermoskoffie met echte Tiense klontjes suiker. Een ware verademing na 4 dagen Frans brood met gelei.
Daarna gaan de luxe-artikelen uit de rugzak : het kompas (ik orienteer mij nu op de zon die 's morgens steeds mijn linkerzijde koestert), de bergschoenen, de thermafrost, de speelkaarten van Johan, een fluoriserende armband (wie stapt nu 's nachts ?), een pak Esbit-aanmaakblokjes, de muggenmelk (want die zijn er nog niet!), die vervelende poncho, en nog wat spul. De rugzak is meteen enkele kilootjes lichter en dat scheelt een slok op de borrel. (Gino, had ik het geweten dan had ik je flesje wel meegenomen. Tegen Marieken zeggen dat ze het meebrengt bij een volgend bezoek !)
Dan maar samen naar Saint Quentin gereden en de JHB opgezocht. Een zeer vriendelijke madame Petit. Mooi en proper en niet duur : 7 EUR.
En morgen eet ik de overschot van de sandwiches op, met préparé en kip-curry !
Tot één van de komende dagen.

Ultreia
Frank

Terug naar begin


Zaterdag 5 april 2003: Saint-Quentin – Chauny

Met de nieuwe schoenen van “den Aldi” gaan we op pad, al vrij vroeg. De zon is opnieuw van de partij maar de wind is eveneens teruggekeerd. Met een temperatuur van ongeveer 6° in de ochtend word ik verplicht om voor het eerst ’s morgens de Goretex-vest aan te trekken. En…ze doet haar werk voortreffelijk. Ik voel geen wind, toch niet aan de bovenste helft van mijn lichaam.  De onderste helft, dat zorgt voor de voorbeweging, heeft zowiezo geen last van de wind.

De kilometers vorderen goed. De blijnen voel ik niet meer. Voorlopig ! Het landschap wordt voor het eerst wat meer heuvelachtig. Al zijn het wel nog maar de heuveltjes van Erika, en niet de Mont Everests van Dolly Parton. Aan Jussy een heel speciale kerk gepasseerd met een open toren en een reusachtig Jezusbeeld dat als het ware de toren ondersteunt.

Op zowat 5 kilometer van mijn volgende slaapplaats rijdt me een auto voorbij met een gekende nummerplaat. Deze stopt langs de weg, en een juichende Christine komt naar mij toegelopen. Ook onze Jef Duvel stapt uit, met OB aan de leiband. Ook Jolien en oma stappen uit de auto. ’t Is een moment van vreugde. Opnieuw ne kier Miers te kunnen klappen. De Jef heeft zelfs gezorgd dat hij één van de werken van barmhartigheid kan tot uitvoer brengen : de dorstigen laven, al was het niet met water maar met een stevige blonde Leffe. Zelfs meer dan één !

We rijden samen naar Chauny. Daar komen we te weten dat de jeugdherberg niet meer bestaat. Dan maar naar de kerk gereden en proberen meneer pastoor te vinden. Die gaf niet thuis. Naar de “Place de l’hotel de ville”.
Klik om te vergroten! Klik nadien op knop Vorige om terug te keren! In een bushokje wordt op een Belgische manier gegeten. Zie maar naar de foto’s. Veel bekijks gehad. Kristine kon zelfs broodjes beginnen verkopen tegen 3 EUR/stuk
Klik om te vergroten! Klik nadien op knop Vorige om terug te keren! De deur van het stadhuis gaat open en ik ren er naartoe. De gelegenheid om mijn stempel en informatie in te winnen voor mijn slaapplaats. De burgemeester stuurt me naar de “Foyer des jeunes travailleurs”. Na wat zoekwerk toch gevonden, maar geen plaats meer. Terug naar het centrum en een hotelletje gezocht, en na lang zoeken gevonden. Jef en C° naar huis, en ik het bed in.

Terug naar begin


Zondag 6 april 2003: Chauny - Compiègne

Een geluk dan ik 's avond steeds vrij vroeg onder de dekens duik, want dit betekent meteen dat ik fris kan opstaan bij het krieken van de dag. Zoals ook vandaag. Opnieuw is de zon van de partij maar het is bitter koud. De jas moet me opnieuw beschutten tegen die felle noordoostenwind. Chauny was een mooie stad die me echter heel wat problemen gaf om een slaapplaats te vinden. Nogmaals dank aan Jef & Christine om me hierbij te helpen.
Ik ging normaal gezien vandaag een rustdag inlassen, maar de benen willen stappen. Het gaat goed en dus moet ik er van profiteren, want er komen misschien nog slechtere dagen. 'k Ben er bijna zeker van !
Na het verlaten van de stad slingert de weg zich langs kleine, onooglijke dorpjes. Het begint ook wat meer op en neer te gaan. Na een goeie 20 km wandel ik door het "Grand Bois de Chauny". Een lange rechte baan door het bos. Eenmaal door het bos, kom ik in het voorstadje van Compiegne, Choisy-au-Bac. (Dat laatste woordje doet mij onvermijdelijk denken aan de collega's van BAC-ob ! Zeg vrienden, bedankt voor de sponsoring en voor de aanmoedigingen !)
Ik steek de rivier over die vaak gebruikt wordt in kruiswoordraadsels : de OISE , en ik ben in Compiegne. De stad waar die oudste klok (van de wereld ?) in de toren van het gemeentehuis hangt.
In Compiègne word ik met open armen ontvangen door de ingezetenen van de bekendste gele camionnette van Mere : de Zonnebloemmobiel ! Lieve en ons Marieken zijn er een dagje op uit getrokken en brengen mij een bezoek. De vuile kleren worden verwisselend voor propere nieuwe. Het is zondag en alle gemeentelijke diensten zijn gesloten. Zelfs ons aankloppen bij de presbyturie, blijft onbeantwoord. Dus...op zoek naar een hotelletje. Niet dat het mijn bedoeling is om vaak in hotels te slapen, maar de noodzaak dwingt.
Klik om te vergroten! Klik nadien op knop Vorige om terug te keren! Compiègne heeft een kerk van Saint-Jacques, en op de buitengevel zie ik dan ook de eerste vermelding van Compostela.
Klik om te vergroten! Klik nadien op knop Vorige om terug te keren! Binnenin de kerk een informatiebord met alle mogelijke middeleeuwse routes van Compostela. De mijne staat er ook op !
Omdat wij, ons Marieken en ik, op 9 april ons 20-jarig huwelijk apart zullen moeten vieren, gaan we eens lekker eten. En 'k moet zeggen dat ik er van genoten heb. Daarna nemen Lieve en Marieken afscheid, en ik duik opnieuw mijn bed in. 

Terug naar begin


Maandag 7 april 2003: Compiègne: rustdag

Na 8 dagen stappen en zo'n 270 km verder, ben ik wel echt aan een rustdag toe. Compiègne is dan ook een stadje om wat in de flaneren. Alhoewel het opnieuw zonnig, maar koud is. Ik bezoek het Château de Compiègne, het Haras National (= koninklijke paardenstallen), Les Remparts (= tuin), en de toren van Jeanne d'Arc.
's Morgens ben ik wel eerst naar de Sint-Jacobskerk geweest om het stempeltje. En daarna heb ik de stad rondgedweild op zoek naar een slaapplaats voor vannacht. Bij de burgemeester geen geluk, ook niet bij het toeristenbureau, ook niet bij het OCMW, ook niet bij de Foyer des Jeunes Travailleurs. Alles is compleet bezet. Geen bed meer vrij. Als alternatief was er de mogelijkheid om met het openbaar vervoer tot in Creil te rijden en daar de jeugdherberg op te zoeken. Maar dit doe ik niet. Een goedkope kamer, boven een Chinees restaurant, brengt enig soelaas. Maar kost mij wel 15 EURO. Toch goedkoop als je weet dat ik in Cambrai er 16 betaalde in de jeugdherberg, voor minder comfort.
Morgen naar Creil wandelen ! En ik ga er zeer vroeg tegenaan. De meteo voor de komende week is goed : zonnig en fris. En...éénmaal in Creil ben ik op twee dagen van Parijs ! Wie had dat ooit gedacht ?
De groeten.
Frank

Terug naar begin


Dinsdag 8 april 2003: Compiègne - Creil

Vandaag komt de "zware bende" naar Creil afgezakt. Met de zware bende bedoel ik niet dat het gewichtige mannen en vrouwen zijn, maar 't zijn de "motards" die er een dagje van gaan maken. En wat een dagje ze gehad hebben. Ge moet maar eens naar 't Hoeksken gaan en het verslag van Jos of Annieken horen.
Omdat ik wist dat ze afkwamen, ben ik maandagavond vrij vroeg in bed gedoken, boven het Chinees restaurant. En 't is me echt een luidruchtige nacht geworden. Wat die Chinezen daar gedaan hebben van 12 tot 4 uur in de ochtend. Ge kunt het u wel voorstellen, maar het gehijg was niet uit de lucht. Toch heb ik goed kunnen slapen en daardoor kon ik fris en monter reeds om 6.15 uur op pad. Ik ben zo vroeg vertrokken omdat ik met de "motards" toch op mijn gemak een pint wou drinken. Rond 15.30 uur ben ik in Creil bij de jeugdherberg aangekomen. Maar...geen plaats meer.
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
De "Motards" op bezoek in Creil ! Gekke maar goeie bende !
Na een klein uurtje wachten kwamen de motards de parking van de Velodrome de Roger Salengro opgereden. De blonde Leffe die Jan en Geert mee hadden, heeft wonderen gedaan. Een mens verliest wat vocht als hij zo'n kleine 40 km stapt. Het vochtniveau is met twee Leffes en een Pelforth nadien in de stad wel weer vlug opnieuw op peil.

De Bende van Meire vertrok terug naar Mere, en ik moest op zoek naar een slaapplaats. 
Mijn eerste contact was meteen goed. Ik belde aan bij "Monsieur Le Prètre" en de evenknie van (en nu zou ik veel namen moeten noemen) de cathehese-moedertjes deed de deur open. Ze bracht mij in contact met de pastoor. En die deed er alles aan om mij te slapen te leggen. Laat mij zeggen dat ik vanavond op een matras in de kleine zaal van het Patronaat zal slapen. Maar ik kan slapen, naar toilet gaan en mij wassen. Wat moet een pelgrim meer hebben ?
Morgen nader ik de stad Parijs. De voorstad Ecouen wordt waarschijnlijk een andere dopper om een slaapplaats te vinden. Misschien vanavond nog aan de "Prètre" vragen of hij daar geen confrater kent.
Slaap allen lekker en tot .....

Frank

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
beeldje in tuin van de pastoor

Terug naar begin


Woensdag 9 april 2003: Creil  -  Sarcelles

Vanuit Creil, vanbij monsieur le prètre die ik nooit meer zag, ging het vrij vlot. 't Was een mooie zonnige dag en ik had er echt zin in. De kilometers vorderen goed. En ik komt stilaan in de buurt van Parijs. Ik passeer Chantilly. En die naam zei me iets, maar 'k wist niet wat. Tot ik de stulpjes van die sukkelaars zag. Chantilly is het paradijs van de paardensportliefhebbers ! De huizekens dat die eigenaars hier hebben ? Amaai...!!!! 'k Heb er een fotootje van genomen en die zie je hier. Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
We naderen dus Parijs en de veldwegeltjes zijn hier echt niet meer te vinden. Ik moet de zeer drukke, gevaarlijke N.16 nemen. Op die weg zelfs een bergsken "Sint-Jacobs-schelpen" gezien. Zouden die soms van omvergereden pelgrims zijn ? (Foto hiernaast !) Vanuit Le Mesnil-Aubry kan ik een eindje een GR-pad volgen tot in Ecouen; mijn volgende slaapplaats. Maar zoals de vorige dagen heb ik niets in dit stadje gevonden. Spijtig genoeg, opnieuw een hotel moeten opzoeken. Het eerste hotel, in Ecouen zelf, was volzet. Dus zat er niets anders op dan naar het volgende "dorp" te stappen : Sarcelles, een industriestad. Hotelletje kostte mij wel 56 euro!! Heb er goed geslapen en een zeer uitgebreid ontbijt genomen, zodat ik bijna ontplofte. Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Terug naar begin


Donderdag 10 april 2003: Sarcelles  -  Parijs

Aja...gisteren bij het binnenstappen van Sarcelles, zag ik in de verte de Eifeltoren. Mijn eerste grote overwonnen stad lag letterlijk aan mijn voeten.
Door de extra-inspanning van gisteren, was het vandaag eigenlijk maar een korte etappe, slechts 20 km. Kort na de middag was ik dus reeds in het centrum van Parijs. Een wandelkaart kopen was geen overbodige luxe. De "Place de la Republique" met haar eindeloze toekomende straten heeft me heel wat tijd gekost. 

Klik om te vergroten!

Maar dan toch eindelijk de Jeugdherberg Jules Ferry gevonden. (Marieken, die man wist nog dat jij gisteren probeerde te reserveren !!) Maar er was nog plaats genoeg. Op een kamer van vier. 'k Zal zien wat dat wordt ?!

Foto: 78-jarige Spaanse dame, op rondreis door Frankrijk met haar kleindochter. Genomen in jeugdherberg Jules Ferry.

Normaal had ik om mijn stempeltje moeten gaan naar de Sacré Cœur, maar ik had geen goesting om in de namiddag terug te keren naar het noorden. Ik heb nu twee stempels: ééntje van de kerk van Saint-Laurent, en ééntje van de kathedraal van Notre-Dame-de-Paris !
Maar als ik op de "Petit Pont" naar de cité sta, hoor ik ineens Nederlands klappen. Spontaan roep ik : "Dat doet deugd nog eens Nederlands te horen !" Die mensen draaien zich om en ....'t zijn d'er begot van Mere, uit de Sint-Bavoweg !!! Sorry bezoekers vanop de Petit Pont, maar ik weet hoe jullie noemen, maar de naam ontsnapt mij. (Foto volgt ook later !!). Het was dus de familie De Pauw!Met andere woorden....de Merenaars zijn dus echt wereldburgers en komen elkaar overal tegen !!!

foto: familie De Pauw aan de achterzijde van de Nôtre-Dame te Parijs.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

  De namiddag heb ik opgevuld met in de straten van Parijs te flaneren, maar ik moet wel zeggen dat ik me toen wel echt eenzaam voelde. Die wriemelende massa wandelaars, die eindeloze ketting auto's, vrachtwagens, bussen, taxi's, en.....wilde brommerkens ! Niet te geloven wat deze laatste groep allemaal doet om de vorige groepen te vermijden. Waaghalzerij ten top !

Morgen wil ik zo rap mogelijk uit deze stad verdwijnen richting Arpajon. Opnieuw een jeugdherherg en daarna kom ik eindelijk op de langverwachte "Camino Frances". Parijs is niet de stad om alleen in te zijn. (Marieken...we komen er samen nog eens naar terug !)
Vrienden, het gaat goed met mij en ik heb er echt zin in. Gedenk mij in uw gebeden, want ik zal het zeker en vast nog nodig hebben. De tocht is nog lang, maar de eerste 350 km zitten ertussen wel op.

Bedankt voor jullie aandacht ! Maar mag ik er jullie wel nog eens op attent maken dat deze pelgrimstocht tevens een "sponsortocht" is. Spreek familie, vrienden en kennissen aan. Al de inkomsten gaan integraal naar het onderzoek van Prof. Dr. Puers. Meer is te lezen op mijn website onder het item "DOEL".

Ultreia.
Frank

Terug naar begin


Vrijdag 11 april 2003: Parijs  -  Arpajon

‘k Sliep dus op een kamer van 4. En… de oordoppen hebben voor de eerste keer hun werk moeten doen. De jeugdherberg lag eerst en vooral aan de vrij drukke Boulevard Jules Feryy. Maar er lag daar ook een Brit (± 55 j.) die er teenentander van kon: snurken, of gelijk op z’n Meers: ronken. Maar ik heb er met de dopjes weinig van gehoord.
Zoals altijd … vroeg op = vroeg weg. Parijs heeft me niet bekoord en ik ben blij deze stad via de “Porte d’Orleans” te kunnen verlaten.
’t Is een saaie tocht geworden langs de drukke N20, maar toch niet gevaarlijk door het brede fietspad. Tegen ’s middags ligt de luchthaven van Paris-Orly aan mijn linkerzijde. Tijd om wat te eten en meteen wat aan “plane-spotting” te doen. En d’er passeert daar een tuigje! (Geert, uw laatste 2 bouletjes zijn op! Ge moogt er nog eens wat brengen!)
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

In Longjumeau wordt een tiener van zijn fiets gereden door een Pizza-hut-brommerken. ’t Is een serieuze tête-à-tête ! De Pizza-man had natuurlijk een helm op, die kleine niet ! Genoeg barmhartige Fransen in de buurt, dus ik verder. Op 6 km van Arpagon passeer ik een F1-hotel. Grote reclame: 25 euro voor 1 nacht mét ontbijt! ’t Is dan 15.30 uur! Zou ik het wagen? Nee… ik stap verder bergop naar de jeugdherberg van Arpagon. Om 16.45 uur kom ik eindelijk aan in de Rue Marc Duhamel bij het “Complex Jeunesse”. Er lopen veel jonge gasten rond. En… monitoren. Ik stap het “Accueil” binnen en vraag naar een bed. “Hier een jeugdherberg? In geen jaren meer!”. Ik had dus toch beter gestopt in de F1. dan maar naar de “Mairie”. Die was open tot 16.45 uur!!! 

Maar een vriendelijke Française laat mij nog binnen. Ze verwijst me door naar Père Philippe. Die heeft ook geen plaats! Na lang zoeken en op aanduidingen van mij, mag ik opnieuw in de parochiezaal slapen, echter zonder matras! Ik mag wel oude tapijten opeen leggen en dit is dan mijn bed geworden!

foto: avondeten in Arpajon. Bed = cocomat met 2 tapijten.

 Frank

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Terug naar begin


Zaterdag 12 april 2003: Arpajon - Etampes

Doordat ik geen oog had dichtgedaan de vorige nacht, en de linker beenspieren niet meewilden, is dit toch een vrij lastige dag geworden. Opnieuw moet ik mij de eerste twee uur voortslepen. doordat ik niet beschik over de echte wandelkaarten (voor de kenners 1:10.000) maar over fietskaarten (1:100.000) loop ik bij het verlaten van Arpajon volledig mis. Ook in het bos van Choissy raak ik de richting kwijt. Het kompas had ik enkele dagen geleden meegegeven want ik zou mij verder oriënteren op de zon. En...die was er niet. Dan is er maar één remedie. Altijd rechtdoor lopen en hopen.  Of luisteren naar klokkengeluid. Om 10.00 uur hebben die bellen mij gered. De kerktoren van Saint Sulpice. Ik loop rap die richting uit en ben opnieuw op de goede weg. Om 12.30 uur Etampes bereikt, waar ik mezelf eerst tracteerde op lekker junkfood van MacDonald : een BigMac met frieten en een stevige pint.
Om 15.00 uur met Jef en Christine afgesproken aan de kerk van Etampes. Die stad heeft er wel 5 : Notre-Dame, Phallier, Basile, Gilles en Martin. Maar toch elkaar gevonden.
Met Christine stap ik naar het toeristenbureau, waar een zeer vriendelijke dame me helpt om aan een bed te geraken. Paasvakantie = alle hotels vol. En de pastoor is er niet. Acht km verder is er wel een chambre d'hôte voor 35 EUR. In Saclas. We zoeken Jef weer op aan het station. Na een Leffe van 't vat rijden we richting Saclas. Maar we passeren eerst nog eens in de Rue Evezard (Pastorij). Daar ziet Jef ineens "Salle de Saint Paul". Hier moeten ze u toch kunnen helpen ? Ik stap de auto uit en de zaal binnen. Na enkele minuten stap ik opnieuw buiten met een duidelijk "Yes-gebaar". Père Frederic kan me te slapen leggen, en ik mag de keuken gebruiken. Afscheid genomen van mijn bezoek en geslapen tussen de pastoorsklederen.

Frank

Terug naar begin


Zondag 13 april 2003: Etampes - Méréville

't Is zondag, palmzondag. Een ideale dag om te rusten. Ik wacht op het ontwaken van père Frederic, maar die komt pas om 9.00 uur naar beneden. Ik heb twee vragen voor hem. "Un tampon" of "un cachet" voor mijn credentiale. Da's geen probleem. Tweede vraag of ik nog een nacht kan blijven ? Groot probleem. Hij ontvangt 7 collega's en ik kan niet blijven. De volgende stopplaats zou Toury zijn, maar dat is 35 km verder. Da's voor palmzondag te veel. Ik heb namelijk geen ezel, en de rugzak weegt 2 kilo meer door de bevoorrading van Jef.
Ik geef père Frederic een blikje Hoegaarden, een vol. En hij is in de wolken. Heel zijn keuken staat namelijk vol met "lege" blikjes van andere pelgrims. Hij is verzamelaar. Mooie collectie.
Ik stap op en hij wenst mij nog een goede camino. Laat ik er een halve tocht van maken ! Op de kaart staat "Ancienne voie romaine". Die ga ik nemen als was het maar op mij een honderdman in het leger van Julius Caesar te voelen. Maar 'k had het kunnen weten. Romeinen hebben altijd al willen overheersen, en die weg loopt over de hoogste helling van de streek : prachtige vergezichten maar het heeft wel wat zweet gekost. Na 6 km daalt de weg naar Saclas, en ik vervolg mijn weg langs de Juine tot in Méréville. Langs de kasteelmuur stappend, spreekt een Fransman mij aan. Hij heeft mijn Tongerlo-schelp gezien en vraagt waar ik vandaan kom en waar ik ga slapen. Hier natuurlijk. Niets te vinden zegt hij, en hij nodig mij uit om bij hem te slapen en te eten. Na zijn wandeling en mijn verkenning van Méréville (met prachtige Halles, zie foto) rijden we naar Chalou-Moulineux, 10 km verder.


Pierre en Agnes (toeval zeker ?) wonen in een 300-jaar oude hoeve. Gewoon prachtig. Hij nodigde mij uit omdat hijzelf vorig jaar de camino deed en het nu een pelgrimseer vondt om me te helpen. Ik krijg een kamer en verse handdoeken. De douche deed deugd. Het avondeten eveneens, al was het maar voor het lekkere flesje Saint Emillion.  Nog wat gepraat over Santiago en dan gaat slapen. Morgen reveille om 6.00 uur
Frank.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Terug naar begin


Maandag 14 april 2003: Méréville – Toury 

Om 6 uur dus opstaan. Pierre, een oud bankdirecteur, moet zijn vrouw Agnes naar het station van Monnerville brengen. Zij werkt nog steeds in Parijs. Hierna brengt Pierre me opnieuw naar de kerk van Méréville, het eindpunt van gisteren. Hij wijst me nog de goede weg en wenst me nog veel mooie dagen.
Ik wandel opnieuw langs de Juine, een zijtakje van de Essonne. Na enkele km valt mij op dat ik duidelijk in de streek van de cresson ben. 't Lijken net mini-rijstvelden. Geen foto want te donker en te bewolkt. Maar tof om te zien. Nu weet ik waarom waterkers "cresson" noemt. Het zijn CRudités de la ESSONne. Lees enkel de hoofdletters !

Opnieuw volgen godvergeten dorpjes : Juines, Trèmeville, Erceville, Outarville en Germonville. Na 20 km kom ik in Toury aan, en ik ruik Aalst. Ook hier hebben ze een suikerfabriek en de stank is eender.
Toury heeft wel een mooi XII° eeuwse Romaanse kerk. Maar helaas geen pastoors, geen hotels. In de kerk ontsteek ik een kaars en bid om hulp. En...die komt er ! De kerk uit, de mairie binnen. De stempel is OK, maar op de vraag naar een bed kijkt de secretaresse mij verdwaasd aan. 

 

Een jonge gendarm veert recht vanachter zijn bureel en zegt dat ze iets hebben voor pelgrims. Hij brengt me erheen. Een aftands lokaaltje, naast het Rode Kruis : met Franse WC (geen papier), met douche (enkel koud water), met een bed en drie dekens, maar geen elektriciteit. Maar ik ben blij want ik kan slapen.

Frank

kerktoury.jpg (31773 bytes)

slapentoury.jpg (21969 bytes)

slaapplaats Toury, in aftands lokaaltje naast het Rode Kruis

Terug naar begin


Dinsdag 15 april 2003: Toury – Artenay

Gisteren kon ik tot 21.00 uur mijn dagboek bijhouden, maar daarna werd het te donker en ik probeer mij te nestelen op de oude brancard. Er zijn geen lakens, geen hoofdkussens, maar wel drie ABL-dekens. Eén rol ik op als hoofdkussen, het tweede wordt mijn onderlaken, het derde dient als dekbed. Maar ABL-dekens zijn ruw en ik maar niet de juiste slaaphouding vinden. Ik kon wel mijn slaapzak nemen maar die is niet breed genoeg. Ik ben namelijk een buikslaper, met de benen open ! Ons Marieken kan getuigen dat ik nogal vrij veel plaats inneem.
Het wordt 10,11,12,1,2 zelf 3 uur. Nog geen oog dichtgedaan. Niet alleen door het bed. Toury ligt dus aan de drukke treinlijn Parijs - Orléans - Bordeaux. Elke 10 min een trein. Ook de kerkklokken houden mij wakker. Hier slaan ze niet éénmaal het uur, maar tweemaal. Middernacht was dus goed voor 24 bimbamboms.
Om 6 uur is de maat vol. In het schemerdonker maak ik het ontbijt klaar : 2 Jef-sandwiches, 5 Parijse vijgen, 1 banaan, 2 blokjes smeerkaas en een mok koffie gemaakt op het Esbitbrandertje dat prima werkt. Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
 Om 7 uur verlaat ik Toury na eerst de Franse WC te hebben uitgetest. Daar is ook nogal wat concentratie en behendigheid voor nodig. En 't is tevens een prima stretchoefening voor de stijve benen. Met moeite raak ik recht en ben weg.

Net als de vorige dagen wil de linker bipsspier niet mee. Maar ik bijt door en na 1 uur gaat het beter. Opnieuw passeren er levensloze dorpjes : Poinville, Santilly, Dambord. Hier is echt nog hoop voor mislukte Vlaamse politici die burgemeester willen worden. Elk dorp in Frankrijk, hoe klein ook, heeft zijn burgemeester. Zo is die van Poinville verkozen met 47 stemmen op 116. Dus...meneer Filip De Winter,...haast u hierheen zodat wij van u verlost zijn. Leg het hier eens uit aan de hardwerkende boeren van de Loiret. Ze zullen u graag zien komen.
In Dambord neemt ik de lunch, en da's juist hetzelfde als het ontbijt. Een wagen stopt. Een man stapt uit en komt me de hand schudden. Heb je niets nodig ? Ik ben de burgemeester. Geen water ? Toilet ? Nee...ik heb niets nodig en zeker geen Frans toilet ! Hij weg en ik eveneens, richting Artenay. Mijn weg loop door immense mais- en "blé dune"-velden, die geprangd liggen tussen die verdomde N.20 en de "Aquitaine", de snelweg naar het zuiden. De boeren besproeien overmatig hun velden, en dit wil zeggen dat we de volgende dagen geen regen moeten verwachten. 't Is ondertussen ook al een flinke 20°C.

In Artenay steek ik de N.20 over. Na 17 dagen stappen (eigenlijk zonder rustdag) ben ik echt moe. Ik passeer een **-hotel aan 40 EUR. Ik stap verder het centrum binnen en kom op het dorpsplein. Hotel de la Fontaine biedt een kamer met douche aan voor 26 EUR. Doenbaar, dus wordt er gereserveerd.
Na een goede douche, kruip ik reeds om 14.00 uur in bed. Geslapen tot 16.00 uur. En dan rap om mijn stempeltje + een stadsplannetje. Er is in Artenay een museum voor archeologie en paleontologie van de streek. Elke dag open...juist...behalve de dinsdag. Dan maar naar de prachtig gerestaureerde kerk uit de XII° eeuw. Binnenin word ik begeesterd door de klaarheid, de netheid en de soberheid. De moeite waard. Daarna slenter ik nog wat door de stad, die niet groter is dan Mere zelf. Terug in het hotel wordt het dagboek bijgehouden in aanwezigheid van een blonde Pelforth.
Die avond heb ik eens lekker gegeten in het restaurant van het hotel. Ik was duidelijk toe aan een flinke hap. Het flesje wijn (huiswijn) smaakte. Morgen wordt het een stevige tocht door de groene long van mijn tweede grote stad. Door het "Grand Massif d'Orleans". Morgen ligt dus de stad van Jeanne d'Arc aan mijn voeten. Al mocht het voor mij Jeanne d'Arc zelve wezen !
't Gaat jullie goed in 't leven en hoop voor mezelf op goede voeten, benen, schouders en...een goede moreel.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
Kerk Artenay
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
Hotel de la Fontaine

Terug naar begin


Woensdag 16 april 2003:  Artenay – Orléans

Na een stevig ontbijt al om 7.45 uur de baan op. En opnieuw....'t is niet te geloven : mijne linkerkant wringt opnieuw tegen. En het doet serieus zeer. Na een kwartier stop ik en denk 'Ik keer terug en neem de trein naar Orléans'. .... 't Is gelukkig bij die gedachte gebleven en na goed 15 minuten voel ik niets meer. Nog geen 8.30 uur en een wit Renaultje komt naast me rijden. Een Franse boer die zegt dat zijn vader vorige jaar ook de camino deed. Hij zal er naartoe rijden en ik moet bij hem een kop koffie gaan drinken. De Franse boer zijn moeder is afkomstig van Poelkapelle, en is na de oorlog hier met een Fransman (zijn vader dus) getrouwd. Hij rijdt haastig door.... Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
Vanaf dan maal ik er de kilometers door. Ik haal een gemiddelde van bijna 6 km/uur. En da's niet weinig met zo' bult van 15 kg op je rug.
Iets voor Les Chapelles komt dus de vader van de Franse boer aangereden. Hij begroet me op een Zuidamerikaanse manier : een stevige abrazzo. Olivier Thomas neemt me mee naar zijn huis enkele honderden meters verder. In zijn tuin staat een paaltje (zie foto) met de Sint-Jacobswegwijzer met daaronder het aantal km : 1600. Meneer Thomas (nu 80 jaar, zie foto)) deed net dezelfde route als ikzelf onderneem en heeft me, tijdens de koffiebreak, nog zeer nuttige informatie gegeven. Pracht van een kerel. Hij deed de route als bedank voor zijn goede leven en de gezondheid van zijn nageslacht. We nemen afscheid maar hij wandelt nog een kilometertje mee, tot aan de rand van het "Foret Dominale d'Orléans". 'k Heb zijn adreskaartje gekregen en beloof hem vanuit Compostela een postkaart te sturen.
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
Hoe langer ik nu stap, des te beter gaat het met de benen. En in een goed tempo, haal ik reeds om 14.30 uur Orléans. De Auberge opgezocht, en ondanks er geen plaats meer was, toch nog een kamertje gekregen. Enkel en alleen omdat ik lid was van de Jeugdherberg-centrale.
Ik had dus nog ruim de tijd om de stad in te trekken. Maar kuieren door de stad zijn ook extra kilometers en die kunnen misschien morgen doorwegen. Ik ga nu rap terug en ga pitten. Tot wederhoren.

PS.: Toen ik vertrok woog ik precies 76 kg. Bij Pierre en Agnes had ik de kans om mij te wegen. Schrok wel even toen het getal van 72.1 tevoorschijn kwam. Dus....dames, een goede vermageringskuur is de camino doen.
Misschien kan wel in 't Hoeksken of in 't Patronaat een wedstrijd organiseren. Hoeveel weegt Frank bij zijn terugkomst. Inleg 1 EURO. Winst = de helft van de volledige inzet. Tweede helft is voor het goede doel. Wie is geïnteresseerd ?

 Frank

Terug naar begin


Donderdag 17 april 2003: Orléans - Beaugency

 Nadat ik eindelijk de jeugdherberg had gevonden, kreeg ik na heel wat aandringen dan toch een kamer voor twee personen toegewezen met daarbij de boodschap dat ik in de loop van de avond nog wel zeker een compagnion zou krijgen. Volgens mijn gegevens was de herberg gelegen in de Faubourg Madeleine, maar dankzij de stempelzetter van de kathedraal wist ik dat hij nu gelegen was aan de boorden van de Loire, in een oud kasteel. Misschien wel interessant om er een fotootje van te nemen, maar daarmee is alles over deze herberg gezegd. Opnieuw ligt mijn slaapplaats aan een drukke verkeersas aan de linkerzijde van de Loire.

Opnieuw slaap ik slecht. Na 20 dagen, 20 bedden, 20 matrassen, verlang ik echt naar mijn eigen bed en eigen slaapgenoot, ons Marieken. Maar...er is nog een 1500 km te doen.

Ik sta op in alle vroegte. Voordat ik de keukendeur openkrijg met de speciale “Sesam-open-u”-deurrcode, ben ik meer dan een kwartier zoet. Een sterke koffie, enkele boterhammen met hespenpaté en een Zonnebloemse Lilapauze bezorgen me de kracht die ik nodig heb om er opnieuw tegenaan te gaan. De rugzak weegt opnieuw iets zwaarder doordat ik mijn hemd en trui niet meer hoef aan te doen. `s Morgens om 7.30 uur is het reeds 16 graden warm. En het belooft dus om een hete dag te worden.

Meneer Olivier Thomas uit Chevilly (Les Chapelles) had me dus de raad gegeven om niet de GR 3 te volgen naar Beaugency: te moeilijk, te zwaar en te lang. Aan de Pont Georges V staat inderdaad een bord met de aanduiding van de GR 3, onleesbaar wat de tijdsduur is, maar ik vermoed zo een kleine 10 a 11 uur stappen. Ik neem dus maar de fietsroute naar Beaugency. Ik moet dus de brug over. Eenmaal over de brug wenst een Fransman mij een goede tocht. De coquille doet dus duidelijk zijn werk. Alras loop ik op wat precies de winterdijk van de Loire is. Vier wielertoeristen passeren mij en één ervan draait zich om en komt een babbeltje slaan. Hij is enkele jaren geleden ook naar Compostela gefietst, 2600 km langs Le Puy en Vezelay. Ooit wil hij nog eens te voet gaan, maar wil eerst dat hij op pensioen is. Hij schrik als ik zeg dat ik van Vlaanderen kom, “une petite village à vingtcinq kilometre à l`ouest de Bruxelles”. Hij wenst mij nog goede benen en spurt naar zijn kameraden, die reeds een volgende bocht op de winterdijk voorbij zijn.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
Pont Georges V

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!
GR 3 langs de Loire

De temperatuur loopt snel op. Dan wil ik drinken en merkt, tot mijn grote schande, dat ik bij mijn vertrek water heb vergeten inslaan. Tot het volgende dorp, Meung-sur-Loire, is het nog minstens 15 km. En dat met amper 20 cc water. De kilometers vorderen traag. Het water is reeds lang verbruikt, op een slok na. Na meer dan 4 uur echt slenteren, kom ik in Meung aan. Op een terras vraag ik mij een Ricard. De serveuze brengt mij die samen met een mooie blauwe fles water. Nog voor ze vertrekt, zet ik de fles water aan de mond en drink die in één ruk uit. “Une autre bouteille, je vous empris ?” Ze kijkt eerst verbaasd, ziet dan de rugzak en knikt instemmig. De tweede fles komt er prompt aan. Ik voelde mij een soldaat ik het vreemdelingenlegioen die net een oase in de Sahara had ontdekt. Hoe water soms meer kan smaken dan een echte Belgische Leffe.
Na een tweede Ricard en nog een flesje water, kon ik beginnen aan de volgende kilometers, naar Beaugency. De GR 3 (ook het fietspad) volgt de kronkelende Loire, tussen fruitboomvelden en “maquis”-achtige gebieden zoals in het zuiden van Frankrijk. Een vol uur loop ik er in verloren. Prachtig van omgeving, maar een kilometer verkeerd lopen, betekent alrap een half uur verlies.
Uiteindelijk kom ik tegen 17.30 uur aan wat ooit de jeugdherberg was. Ook deze was niet meer op dezelfde plaats als de gegevens waarover ik beschikte. Een passant vraag ik naar het juiste adres. De andere kant van de stad, tegen het industrieterrein. Daar aangekomen kreeg ik het deksel op de neus : geen plaats meer. Ook op mijn vraag voor een simpele matras, kreeg ik een negatief antwoord. Dan maar terug naar het centrum in een hotelletje : Le Relais des Templiers.
Er zitten vandaag een pak meer kilometers op dan voorzien. Maar ik ben goed op schema, de benen zijn goed, de moreel is goed, en ik zie het wel zitten. Morgen krijg ik bezoek van de broers en van ons Marieken. Ik kijk er echt naar uit.

Frank

Terug naar begin


Vrijdag 18 april 2003: Beaugency - Herbilly

Omdat ik weet dat er vandaag bezoek van de broers komt, en ook van ons Marieken, maak ik er echt een snipperdag van. Ik slaap een gat in de morgen, d.w.z. tot 7.30 uur `s morgens ! Heel op het gemak neem ik een uitgebreid ontbijt met een glas jus d`orange, een mok hete chocola-chaude, een halve baguette met aardbeiengelei en een croissant met heerlijke hoeveboter. Franse koffie is niet aan mij besteed, te straf en te klein in volume.
Na de afrekening besluit ik eerst nog eens in dit mooie stadje te flaneren. Ze hebben hier een mooie Romaanse kerk, een frappant dorpsplein, pittoreske kleine straten met eeuwenoude huizen, een middeleeuws kasteel uitkijkend over de Loire en een mastodont van een toren : le Tour du Diable.
Ik verlaat Beaugency opnieuw langs de GR 3, en volg een klein zijriviertje van de Loire, de Mauve.
Hier staan prachtige villa`s met zicht op de mooiste rivier van Frankrijk. Na enkele kilometers wordt de Mauve opgeslorpt door die brede Loire. Ik verlaat de GR 3 omdat volgens de kaart er “dolmen” te zien zijn langs de iets hogerliggende D70. Vanuit Travers zie ik geen dolmen langs de weg staan, maar in de verte doemen twee reusachtige koeltorens op van de elektriciteitscentrale van Saint Laurent-des-Eaux. Hun condensaties zijn de enige witte wolken die aan de felblauwe hemel te bespeuren vallen.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

De tocht gaat verder door opnieuw kleine dorpjes die kreunen onder de steeds feller schijnende zon. Ook ik kreun. Iets voorbij het kasteel van Courbouzon, bewoond door minstens 4 families te zien aan het aantal brievenbussen, krijg ik contact met mijn bezoek. Ze zijn net de péage gepasseerd. We spreken af aan de kerk van Herbilly. Op het moment dat ik het dorpsplein opwandel, komen vanuit een andere straat twee monovolumes aangereden met daarin heel de bende van Overmere. Wat hebben ze mee : ne goeie Leffe. Die smaakte reuze !
Omdat ons Marieken vannacht blijft overnachten, gaan we eerst op zoek naar een slaapplaats. Op de weg tussen Avaray en Herbilly was ik twee gites gepasseerd. De eerste was volzet, maar bij de tweede gite konden we het weekend blijven.

Na een picknick wordt besloten om het kasteel van Chambord te bezoeken.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Echt zo een klein optrekje waar ik ook wel zou willen in verblijven. Maar als zelfs Margaretha van Valois verlopen liep in dit immense kasteel, zo zou ik er eveneens mijn weg, maar ook mijn hart, verliezen. (Annieken, hier zouden we onze droom kunnen waarmaken !)
Om 18.00 nemen de broers afscheid want er wacht hen nog een tocht van meer dan 500 km. Zij haspelen dit af in iets meer dan 5 uur. Ik deed over diezelfde afstand nu 20 dagen.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Alleen met Marieken, praten we uitgebreid over de voorbije dagen. Het doet deugd om samen, met een lekkere glaasje rosé, op het terras van onze gite, te keuvelen over alles en nog wat. Ik bedank langs deze weg dan ook graag alle vrienden en kennissen die zo met ons meeleven. Het is niet gemakkelijk om je elke dag weer op te laden om die nodige kilometers af te leggen. Ook voor Marieken zijn dit moeilijke dagen en ik bewonder haar voor de gedrevenheid waarmee ze mij moed inspreekt.

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in de werkbalk!

Ook het idee dat zoveel mensen achter me staan, geeft me steeds opnieuw te kracht om door te gaan.  Een vierde van de camino (bijna 550 km) zit er nu op. Nog zo`n 1500 te gaan.

Morgen komen enkele vrienden van de Kulinaire Kring naar hier afgezakt. Een goede reden om dit weekend echt enkele rustdagen te nemen.

Frank

Terug naar begin


Zaterdag 19 april 2003: rustdag in Avaray (Herbilly)

Ons Marieken en ik hebben de nacht nog eens samen kunnen doorbrengen. 't Werd een lange knuffel en dan pas ga ik beseffen dat liefde o zo wondermooi kan zijn. 'k Heb heerlijk geslapen dankzij de geluiden en de bewegingen van ons Marieken. En lang geslapen voor mijn doen : tot 7.51 uur. Samen nog eens kunnen ontbijten. Na 3 weken die een eeuwigheid hebben geduurd. En 'k heb er zeker nog zo'n 10 à 11 weken te doen. Het wordt lastig.
Na het ontbijt wordt op Serge's PC het dagboek bijgehouden en de foto's ingeladen. De website zal er dus opnieuw wat kleuriger uitzien. Hopelijk hebben jullie, trouwe lezers, er nog iets aan!
Genieten...dat is wat ik dit Paasweekend ga doen. Vooral niet te veel stappen en de spiertjes eens laten rusten. Allez...toch de beenspieren. En nog eens een muilken Miers kunnen klappen, zal me ook niet vermoeien.
Reeds om 6 uur zijn Raf, Erik, Erna en Chris vanuit Mere naar Avaray vertrokken. Tegen de middag moeten ze hier zeker zijn. Om 11 uur komen ze reeds bij die gîte aan, die we voor 90 EUR gehuurd hebben. Niet veel, al waren de slaapplaatsen voor mijn gasten wel echt rudimentair.
Het weerzien met de Merenaars doet me geweldig deugd en er wordt lustig getaterd. 11 uur en dus aperitief-time. Een doosje Rosé wordt ontkurkt. Op het terras, aan de grote witte tafel die Claude Priou vlug uit de kelder haalde. Claude en Ann Marie zijn onze gastheren. Echt zeer vriendelijke en gastvrije mensen. Ze hebben een akkerbouwbedrijf waar ze vooral blé dur (en dus niet blé dune) en blé tendre verbouwen.

groepavaray.jpg (59429 bytes)

De autokoffer van Raf zit propvol ! En ze blijven maar 1 nacht.Maar wat ze er uithalen is om handen en vingers af te likken! Johan, onze CC-voorzitter, heeft twee kanjers van côte à l'os meegegeven. (Joken, bedankt hé manneken !) Verder hebben ze nog tomaten, sla en ajuin, sausen en 10 kg patatten mee om friet te maken, en meerdere warme sauzen. cotealos.jpg (31366 bytes)
Na een korte wandeling, langs de Loire en door blé-velden, keerden we na 3 uur terug naar de gîte. De Chefs schieten ingang ! Er wordt tevens nog een flesje wijn ontkurkt. En zo'n maaltijd brengt me terug op mijn startgewicht !!! frietensnijden.jpg (42409 bytes)
Nadien bij de haard gaan oude wilde verhalen de ronde. De op één na laatste Leffe gaat voor de bijl. Tegen 23.00 uur vindt iedereen het welletjens. Wij...ons bed in van gisteren.

Erna moet zich tevreden stellen met de "twijfelaar". En met een breedte van 120 cm volstaat dit bed niet om er Erik ook nog in te krijgen. Die nestelt zich dan maar in de alkoof, naast de haard. Raf en Erna slapen op een luchtmatras die tijdens de nacht voor meer dan de helft leegloopt. Resultaat...slechte nacht ! Maar 't is er 's morgens niet aan te zien. Behalve dat iedereen er een beetje roder uitziet, door de felle zon van ons wandeling.

Ultreia en tot wedermails ! Frank

erna.jpg (28797 bytes)
erikinalkoof.jpg (31972 bytes)

gastvrouwavaray.jpg (29697 bytes)

Ann Marie, onze gastvrouw

Terug naar begin


Zondag 20 april 2003: Avaray - Blois

Tegen goed 8 uur zitten we met zijn allen aan de ontbijttafel. Heerlijk Belgisch brood, met vlees, kaas, choco, een gekookt eitje en Vlaamse koffie ! Net iets anders dan de ontbijten van de voorbije weken.
Na de opruiming van de gîte gaan we onze poef betalen, maar Claude en Ann Marie staan erop dat we nog een kop koffie drinken bij hen thuis. Claude schenkt met enige Bourgondische trots ons zelfs een flinke scheut "Poire" uit. 45° om 10 uur ! Maar dat Erik zijn Poirke in de koffie wil, had Claude nog nooit gezien. Na enkele obligatoire foto's en een hartelijk vaarwel, krijg ik van Ann Marie nog een takje "Rameau" (palm) voor op mijn hoed. Dit zal je beschermen, fluistert ze zacht, en geeft me nog een zoen en een goeie knuffel.
Via het kasteel van Chambord, waar de chefs niet konden weerstaan aan het inkopen van enkele plaatselijke specialiteiten, komen we rond de middag in Blois aan. In een restaurantje onder het "Chateau Royale" wordt onze Paasmenu verorberd. De Sint-Nicolaskerk en de kathedraal worden bezocht. Hier vinden we opnieuw de boodschap van Prutskes ouders: Johan & Marijke. (Nogmaals bedankt hé).
Er wordt zelfs een korte koetsrit door Blois gemaakt en naarmate de namiddag vordert, word ik steeds stiller. Het valt Chrisje op. Maar ik zeg dat ik inweze "ne stille" ben. De chefs brengen mij naar de jeugdherberg "Les Grouëts". Het afscheid doet, na een verrukkelijk weekend, me te veel. Tranen kan ik niet bedwingen. Als de Toyota van Raf de bocht om is, ben ik opnieuw alleen.....
's Avonds drink ik nog een kop koffie bij het schrijven van mijn dagboek. Twee Engelstalige meisjes spelen een spelletje schaak. Ik vraag of ik mag kijken. De éne leert de andere. De oudste Australische, die in Dublin in een hospitaal werkte, vraagt of ik haar wil helpen. En ik help graag. We winnen. En...nog eens. Dan vindt Sara, de jongste Australische, het welletjes. Ook een Franse leraar uit Strasbourg komt een mondje meepraten. Opnieuw een internationaal gezelschap hier in Blois.
Iets na 21.00 uur duik ik in bed. 't Worden morgen opnieuw 32 eenzame kilometers.

Frank

Terug naar begin


Maandag 21 april 2003: Blois - Amboise

De vieze gouvernante van de jeugdherberg is 's morgens kwaad. Ik moet 10,10 EUR geven. Ik heb niets anders dan een biljet van 50. Toch laat ze de 10 cent niet vallen.
Om 7.30 uur reeds de drukke N.152 op. In Chaumont-sur-Loire steek ik de brug over en beland op de veel rustigere D.751. Ik stap de kerk binnen (meneer pastoor, ik stap ze praktisch allemaal binnen !), en toevallig is de mis bezig. Ik blijf zitten en volg. De rust doet me goed. Hier krijg ik nog de communie zoals vroeger : geknield, en op de tong. Na de dienst wenst de oudste misdienaar me nog een goede tocht.
Vanaf dan loop ik langs verschillende "caves" en mijn eerste wijngaarden. Vele caves zijn open maar ik stap verder tot in Mosnes, om er eentje te bezoeken. De cave-moeder maak ik wijs dat ik enkel wat foto's wil nemen maar niets kopen. Dat weegt te veel, die flessen. Toch mag ik proeven, en ik meld hierbij meteen dat de Rosé Cabernet 2001 van Guy Durand uitstekend is. Godendrank.
Iets voorbij Mosnes passeren de twee Aussies me, op de fiets. Een Aussie-hallo volgt en dapper trappen ze verder.
In Amboise zoek ik eerst het toeristenbureau op. Er is een jeugdherberg op het Ile d'Or, le Centre Charles Péguy. Maar eerst naar de  Saint-Deniskerk. Van Père François de stempel gekregen en een glas fruitsap, maar geen slaapplaats. Mag niet voor de verzekering, moppert hij. Hij moet mopperen ?! Dan maar naar de jeugdherberg. Om 17.15 uur ben ik daar. Het centrum gaat open tussen 18 en 19.00 uur. Ik wacht. Maar niemand komt. Getelefoneerd. Antwoordapparaat zegt dat het centrum met Pasen niet open is. Dan maar terug naar het centrum, opzoek naar een hotelletje. Het "Hotel de France et du Cheval Blanc, tevens een Spaanse tapaz-bar, is het goedkoopste : 32 EUR voor bed en ontbijt. Nou ja...'t zijn de tapaz die het mij gelapt hebben. 'k Wou al eens in de Spaanse sfeer zijn !

Frank

Terug naar begin


Dinsdag 22 april 2003: Amboise - Tours

Omdat de hotelierster me gisteravond vroeg of het ontbijt om 8.30 uur kon vanwege hun vrije dag, kon ik lekker lang blijven slapen. En...toch eens een goed bed gekregen.
Pas om 8.50 uur verlaat ik het hotel. Tot in Lussault-sur-Loire blijf ik de D.751 volgen en daar schiet ik me opnieuw de GR 3 op. Al rap wandel ik door het wijngebied van de Touraine.
In Montlouis mijn middageten opgegeten : een "petit pain" + een "pain au chocolat". De schelp wordt herkend. Uitleg moeten geven waar ik vandaan kom. En hier zijn de Fransen al verbaasd dat we in België ook Nederlands spreken.
De GR 3 steekt de Loire opnieuw over, maar ik doe dit niet en volg een binnenweg naar een stadje dat me aan de KAV + JKAV doet denken : La Ville-Aux-Dames ! 'k Moet hierbij zeker geen uitleg geven? Maar alle dames van KAV en JKAV kunnen zeker zijn dat ze in mijn gedachten allemaal de revue zijn gepasseerd. 'k Zag jullie allemaal samen de French Can-Can doen !

montlouis.jpg (35226 bytes)

En 't is opnieuw hetzelfde als bij elke grote stad : de buitenwijken. Dus rap doormarcheren ! Na een vijftal kilometer kom ik in het centrum van Tours (spreek uit "TOER" met franse R). Vooreerst naar de kathedraal voor de "tampon" en de volgende boodschap van Johan en Marijke. De stempel was OK en de boodschap werd teruggevonden, maar...uw palm was echter foetsie. 't Zal iemand anders beschermen misschien.
Daarna eerst het toeristenbureau opgezocht, en nog een geluk. Ook hier was de jeugdherberg van locatie veranderd. En hij opent om 18.00 uur. Tijd genoeg voor een frisse pint in één van de oudste straten van Tours : de Rue des Cerisiers. En ik kon zelfs nog een tweede verdragen want 't was vandaag bijna 30° warm.
Later in de herberg : GEEN PLAATS MEER !!! Die Franse paasvakantie, die hier 1 maand duurt (verspreid over 3 zones), speelt meer met mijn voeten dan de Franse wegen.
Dan maar naar het klooster, dicht bij de basiliek. Van moederoverste krijg ik wel een stempel, maar geen slaapplaats. Wel een telefoonnummer van mensen uit Amboise die me onderdak konden geven. Maar daar kwam ik vandaan, en was dus geen oplossing.
De goedkoopste hotels (ongeveer 30 EUR) vind je aan het station, dus ik die richting uit. Maar en passant zie ik een luguber hotel aan 23 EUR. Aangezien een pelgrim niet keuskeurig mag zijn, stap ik binnen : Hotel Marceau. Het staat zelfs niet in de brochure van het toeristenbureau. Toch goed geslapen, douche genomen en wat TV kunnen kijken.

Frank

Terug naar begin


Woensdag 23 april 2003: Tours - St.Maure-de-Touraine

Na enkele chocoladekoeken en een halve liter melk, stap ik om 7.15 uur het hotel buiten. Aan een charmante Fransman vraag ik de weg naar de N.10 die ik toch enkele kilometers zou moeten volgen. Doe het niet, zegt hij, veel te gevaarlijk. Neem de bus tot Chambray-lès-Tours en neem vanaf daar de kleine wegen. Goede raad sla ik niet in de wind, dus ik de bus van de Ligne Verte op. Die brengt me 5 à 6 km verder buiten Tours. Er volgen prachtige kleine wegen. Licht glooiend. Enkele bossen. Enkele kastelen.
Iets voorbij het kasteel van Creuzot passeert mijn eerste medepelgrim met de fiets : een Nederlander, J. Schuppert uit Eindhoven. Hij wandelt een eindje mee, foto's worden genomen. Hij biedt me zelfs wat te eten aan : een banaan ? Ik bedank beleefd. Dan rijdt hij verder want hij wil vandaag nog Poitiers bereiken.
Iets voor de middag kom ik in Sorigny aan. Tijd voor de flinke bak koffie in een TABAC-BAR. Bij het buitenkomen bots ik bijna letterlijk op een andere pelgrim : de 60-jarige François Lanternier uit Poitiers. Er wordt wat afgebabbeld. Maar elke km moet François eens stoppen, drinken, rusten of plassen. Ergens voorbij Bourg-Cocu laat ik hem achter na zijn zoveelste rustpauze. Ik stap alleen verder tot in Ste-Catherine-de-Fierbois. Daar heeft ooit onze Jeanne d'Arc haar zwaard verwisseld, en is tevens een officiële stopplaats op de route naar Compostela. Helaas wordt de kerk er nu gerestau-reerd en is gesloten. Maar in de "Auberge de Jeanne d'Arc" krijg ik van de bazin een stempel, vers water en een lekkere pint : alles gratis !
In St.Maure weet madame Jeannine van het VVV dat er een refuge voor pelgrims is, maar daarvoor moet ik op de gemeente zijn. Snel erheen.
Ik word er zeer goed ontvangen en geholpen. Meneer Hubert komt me halen, en brengt me naar het "Acceuil Emmaüs". Ik krijg er een kamer, een homp brood, een blik "Boeuf Bourguignon", een blik erwtjes en worteltjes, een liter melk en drie eieren. Heeft me gesmaakt.
De tweede kamer is ingenomen door meneer Gerard van Toulouse. Die stapt ook naar Santiago, en zelfs nog verder naar Fatima. Hij is protestant, maar wil toch de camino doen. Ook hij ondervindt dezelfde moeilijkheden als ik. De clerus, als die er al überhaupt is, kan of wil ons, pelgrims, niet helpen aan een simpele slaapplaats. 't Is daarom dat hun kerken leeg zijn, moppert Gerard. Misschien heeft hij wel gelijk. Na père Frederic en père Philippe kon ik niet op veel hulp rekenen. Maar...'t kan beteren.
Maar hier, bij Emmaüs, ben ik echt eens goed gevallen. Het heeft me wel 650 km gekost met veel zweet en soms een traan. Maar  vrienden...zoals elke druppel regen het zeeniveau doet stijgen, zo brengt elke druppel zweet me dichter bij Santiago de Compostela. Al besef ik nu reeds dat deze stad niet het einde, maar het begin wordt van een heel andere tocht. Een tocht naar.....???

Frank

Terug naar begin


Donderdag 24 april 2003: St.Maure - Dangé-St-Romain

Meneer Gerard van Toulouse die, naar eigen zeggen, steeds om 6.00 uur weg is, ligt om 7.15 uur nog te ronken als ik na een stevig Emmaüsontbijt in alle stilte vertrek. Normaal tot in Chatellerault. Langs de ondoenbare N.10 zo een goede 35 km. Omdat ik die drukke "route nationale" wil vermijden, loop ik naar Maillé en la Celle-St-Avant. Prachtig landschap, opnieuw geprangd tussen twee snelwegen en de TGV-lijn.
Toch moet ik over 4 km de drukke N.10 volgen tot in Les Ormes, met een prachtig 18de eeuws kasteel, een wat Byzantijnsachtige kerk en oude "Halles" uit de 17de eeuw.
Ik steek de heldere rivier de Vienne over en krijg bezoek van mijn tweede Hollandse pelgrim. Eveneens op de fiets. Uit Huizen bij Hilversum. Wat verhalen uitgewisseld, maar hij is rap weg.
In Dangé-St-Romain, nog zo'n 15 km van Chatellerault, ga ik stoppen voor vandaag. Door die kleine wegen te nemen, heb ik er zeker al 30 km opzitten en ik ben moe. In Dangé stap ik de Mairie binnen en vraag er slaapplaats. Ik moet mij aanmelden bij de secretaresse van de pastoor. Zij zal mij een plaatsje zoeken. Gratis ??
Om 18.30 uur mag ik mij aanbieden bij meneer Noël Grabuier. Daar aangekomen merk ik op dat het een gîte de France betreft : dat wordt zeker niet gratis ! Maar 't is ondertussen 19.00 uur en ik heb geen zin om iets anders te gaan zoeken.
Van meneer Noël krijg ik een pilsje, terwijl hij ronduit vertelt over de geschiedenis van de streek. Hoe vooral de paarden de boten trokken tot in Orléans, nee zelfs tot in Chauny. Boten vol wijn. Boten vol geitenkaas, tevens een streekspecialiteit !
Ik krijg een bed toegewezen in een driepersoonsgîte. Luxe !!! Wat een badkamer, ingericht voor rolstoelgebruikers !! Prachtige streek, goede gastheer ! Dus nog iets voor Ziekenzorg misschien. Onthouden.

Frank

nachtfotostromain.jpg (30305 bytes)
Nachtfoto Dangé-St-Romain

Terug naar begin


Vrijdag 25 april 2003: Dangé-St-Romain - Naintré

Om 7.30 uur krijg ik van de rondbuikige meneer Noël echt een prachtig ontbijt. Alles is voorzien. Echt een "English breakfast"...
De meteo voorspelt regen voor vandaag. Dus de linnenkast en keuken (mijn rugzak dus) worden volledig heringericht. De regenkledij bovenaan.  Dan bij meneer Noël om mijn rekening !! In de gîte hing een prijskaartje van 37 EUR (zonder ontbijt) en 44 EUR (met ontbijt).
Ik geef de sleutel af. "Zeker een pelgrimsrekening mét reductie ?" vraagt meneer Noël met van die glinsterende varkensoogjes. Ik knik hoopvol. Noël vraagt naam en adres, en vlug offreer ik hem mijn pelgrimsvisitekaartje met de boodschap dat ik reclame voor zijn spel zal maken via de website ! De rekening eindigt met 29 EUR ! En da's goedkoop voor wat ik er voor gekregen heb !
Vandaag loop ik door de echt mooie vallei van de Vienne, tot in Chatellerault. Daar zou ik overnachten, maar het enige mooie aan deze stad zijn de twee imposante torens naast de oude George V-brug.
't Is pas 12.30 uur als ik in deze stad aankom. Er is wel een prachtig pelgrimsbeeld in de St.Jacqueskerk. Dus die moet op de foto. In de pastorij krijg ik de begeerde stempel.
Na het eten van een "Super Jambon Complet" (bij ons zou dit een broodje smoss van een halve meter zijn) en een cola voor de nodige suikers, stap ik reeds om 13.30 uur weg uit deze stad.
Om 16.30 uur kom ik in Naintré terecht. (Hier heeft in 732 de slag bij Poitiers plaatsgevonden tussen de Sarascenen en Karel Martel). Bij de burgemeester tonen ze me de weg naar de pelgrimsrefuge "Le Barque". Daar aangekomen bleek deze opnieuw volledig volzet. Een vriendelijke, en mooie rosse, pianolerares kan me gerust stellen. Straks komt één van de ouders van haar leerlingen. Die weet wel raad.
Na een uurtje komt de hippie-vrouw het terrein opgereden met een rammelbak van een Renault, zeker 20 jaar oud. Ze brengt mij naar een boerderij. Van Emmaüs opnieuw !!! Er leven op deze oude boerderij zeker 15 mannen van allerlei pluimage en nationaliteit : enkele Fransen, een Armeniër, een Argentijn (Frederico), een Portugees (Domenico), een Duitser (in Hongarije geboren)...en dan nu een Vlaming "Frank". Door de oudste bewoner krijg ik een kamer toegewezen. Hier sliep eergisteren nog een koppel Nederlanders, mompelt hij, om zijn sigaar niet te verliezen.
Om 19.00 uur mag ik zelfs mee aan tafel : rijst met vers versneden groentjes, twee mergeuzeworsten met brood (zelf te gaan snijden uit een karrenwielgroot brood !), warme groene bonen in een witte gelei, een stukje kaas, en een "potteken pap" als dessert.
Ik help daarna spontaan met de afwas, wat direct op de nodige sympathie kan rekenen van Theodore en Jules, de mannen van piket deze avond.
De dag was opnieuw lang en zeer eenzaam, maar deze enkele uurtjes met mensen aan de rand van de maatschappij, heeft me deugd gedaan. Nu begrijp ik wat "Emmaüs" betekent. Zoiets ken ik persoonlijk niet bij ons. Maar 't is zeker niet het OCMW.

Frank

Terug naar begin


Zaterdag 26 april 2003: Naintré - Poitiers

In alle vroegte, reeds om 7.00 uur, verliet ik mijn vrienden van één nacht, de gasten van het "Acceuil Emmaüs" in Naintré. Er was zelfs ene bij die met zijn bromfiets de camino heeft gedaan. Zijn brommerken heeft nu op de teller 148 500 km staan. Een raar man.
De regen die gisteren voorspeld was, is er dus vandaag gekomen. Ik was nog geen 3 km ver of ik kon onder een brug van kledij veranderen. De Gortex-regenjas en de regenbroek werd onder een brug rap aangetrokken. De "rain-cover" over de Deuter-rugzak getrokken en we konden opnieuw vertrekken. Na een half uur regende het "cats and dogs", zoals de Engelsen dit zo mooi kunnen zeggen. (Aan Georges van de Berghut in Hamme, wil ik zeggen dat de rugzak echt een luxe-huis is ! De Gortex XRC heeft zich goed van zijn taken gekweten !)
Ik passeer het golfterrein van de "Haut Poitou". Omdat er toch niets anders opzit dan wandelen en rondkijken, kijk ik uit naar golfballetjes. Die moeten toch te vinden zijn. En inderdaad...na amper enkele minuutjes vind ik er enkele. Ik hou mij een mooie witte en een iets mindermooie gele golfbal. Een relikwie van mijn eerste echte regendag.
De tocht gaat verder tot in Poitiers. Ik passeer zelfs het huis van de Franse premier, monsieur Raffarin. Zoals je kunt denken, een k(r)ot van een huis, gelegen naast zijn enorme melkfabriek. Of toch iets in die aard.
De kathedraal van Poitiers, niet veel soeps. De "Eglise Notre Dame" ook al niet veel aparts. In het VVV vraag ik naar de jeugdherberg. Die is er, maar ligt buiten de stad. Veel zin om nog 6 km te stappen heb ik niet, maar er zit niets anders op. Ik moet door de Rue Carnot, voorbij het park Blossac. Aan de "Salons de Blossac" zie ik een kaartje van het Hotel Jules Ferry, Prix moderé. Ik bel. 28 Euro voor een nacht, en ik ben net een cybercenter gepasseerd. Ik reserveer want 't is op twee minuutjes van het cybercenter. Dus de gelegenheid om mijn dagboek van de voorbije dagen door te sturen. 28 Euro heb ik er echt voor over, aangezien ik in een ***jeugdherberg ook 20 EUR moet betalen. Vandaar....'t wordt het hotel. En...ik kan er mijn klederen eens drogen.
In "Les 40 Gourmands" trakteer ik mezelf op een 12 EUR-menu, en een pichet van 50 cl rode wijn. Ik heb het, al zeg ik hetzelve, verdiend.
Vermoedelijk zullen vóór Bordeaux, het middelpunt van mijn camino, geen verslagen meer volgen. Misschien kan ik eventueel wel een GSM-foto doorsturen, maar veel zal het niet worden.

Vrienden, blijf me gedenken in uw gebeden. Ik heb het hartstikke nodig.

Frank


Gesproken berichtje van Frank, ontvangen 26 april 2003
Klik op de Play-knop om te starten.

Terug naar begin